De bedevaart naar Rome van het Aartsbisdom Utrecht kende voor de helft van de bijna 100 pelgrims een moeizame start. De groep die vanuit Rotterdam vloog liep een vertraging op van vier uur. Daardoor verviel een deel van hun middagprogramma, maar iedereen was present toen om 17.30 uur in de San Callisto (de titelkerk van kardinaal Eijk) de Eucharistieviering begon. Kardinaal Eijk refereerde in zijn openingswoord aan de vertraging maar concludeerde: “Eind goed al goed.”

Die conclusie van kardinaal Eijk was gerechtvaardigd, want ondanks de vermoeidheid en de lange reisduur (sommige Romepelgrims uit het oosten des lands waren al om 2 uur van huis vertrokken om op tijd bij het vliegveld van Rotterdam te zijn) bleef de sfeer gedurende de hele reis uitstekend. De zesdaagse bedevaart naar Rome duurt nog t/m 25 september, morgen staan onder meer een Mis in de crypte van de Sint Pieter en een bezoek aan de Vaticaanse Musea op het programma.
In zijn preek in de San Callisto kerk, gelegen in de oude en kleurrijke wijk Trastevere, stond de Utrechtse aartsbisschop uitgebreid stil bij de vraag die Christus aan zijn gehoor voorlegt: ‘Wie denken jullie dat Ik ben?’ Hij komt er volgens Eijk in de beantwoording van die vraag nog heel redelijk van af, want enkelen houden Hem voor een profeet. Maar met een dergelijke enquête ontdek je de waarheid niet, zeker niet over wie Jezus is, aldus de kardinaal: statistieken bieden hier geen houvast.

‘Zorro’
Alleen Petrus, de leider van de apostelen en de eerste paus, geeft het goede antwoord op Jezus’ vraag: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.” Christus is dus de messias en daarmee méér dan een profeet. Kardinaal Eijk: “Van de messias werd gedacht dat het een soort superman zou zijn, een ‘Zorro’ die de joden zou bevrijden van het Romeinse juk.” Maar de bevrijding die Jezus brengt is van een heel andere orde, aldus de kardinaal, “die verdrijft niet de Romeinse heerser maar het kwaad in onszelf. En dat doet hij niet door een glansrol. Wie Zijn volgeling wil zijn moet zichzelf verloochenen en elke dag zijn kruis opnemen.” Dat is de vaak ongemakkelijke waarheid van het Evangelie, zo benadrukte de kardinaal. Ook Petrus leefde het niet zomaar volgens die waarheid. Hij verloochende Christus drie keer voor de haan kraaide en ontvluchtte volgens de legende Rome tijdens de christenvervolging onder Nero. Daarbij kwam hij Christus tegen, die hij vroeg: ‘Quo vadis Domine?’ Christus antwoordde dat Hij naar Rome ging om opnieuw gekruisigd te worden. Toen kwam Petrus tot inkeer. Kardinaal Eijk: “De vraag ‘Quo vadis Domine’ moet ook in ons leven essentieel zijn. We moeten Hem vragen waar Hij heen gaat en Hem dan volgen.”

‘Saamhorigheid’
Eén van de pelgrims was onder de indruk van de relatief eenvoudige San Callisto kerk. “Het was mooi om er samen de Eucharistie te vieren, en ook de sterke onderlinge saamhorigheid te voelen. Dat merkte je bijvoorbeeld bij het zingen – iedereen zong mee.”
Na afloop van de Mis begroette kardinaal Eijk bij de uitgang van de kerk de Utrechtse pelgrims, waarna het hele gezelschap poseerde voor een groepsfoto. Daarna volgde voor de uit Rotterdam vertrokken pelgrims nog een kort bezoek aan de nabijgelegen basiliek Santa Maria de Trastevere, één van de oudste Mariakerken van Rome.