Oud Zevenaar

oud-zevenaarO.L. Vrouw ter Nood Gods, Moeder van Smarten

Mariakapel in de parochiekerk van St. Martinus/Mariakerk (Kerkweg 10/11, 6905 AW Oud Zevenaar-Babberich)

Deze in de 15de eeuw ontstane regionale Mariabedevaart bleef tot circa 1580 bestaan. Aan het einde van de 17de eeuw bloeide de cultus opnieuw op, waarschijnlijk niet op basis van het oorspronkelijke Mariabeeld, maar van een kleine albasten Moeder der Smarten. Deze Mariabedevaart bleef sindsdien met op- en neergangen bestaan tot aan de diefstal van het beeldje in 1975.

Een stichtingsbrief van het Onze Lieve Vrouwengilde uit 1431 maakt melding van een donatie voor de bouw van een Mariakerk waaruit blijkt dat er dan al een speciale verering voor Maria bestond. In de aantekeningen van pastoor Lengell sr. staat dat de Mariakerk gebouwd werd met de “offers” van de vele pelgrims die het beeld van Maria bezochten. Het beeld genoot speciale verering vanwege de wonderbaarlijke krachten die er van uit zouden gaan.
Over welk beeld nu precies wanneer werd vereerd, bestaat veel onduidelijkheid. Tot het in 1975 werd gestolen, vormde een klein albasten beeldje (hoogte 30 cm) het cultusobject, voorstellende een piëta of O.L. Vrouw ter Nood Gods, ook wel Moeder van Smarten genoemd. Dit albasten beeldje was waarschijnlijk niet het beeld dat voor de verwoesting van de Martinus- en Mariakerk (1581-1582) te Oud Zevenaar werd vereerd. Het is mogelijk dat het oorspronkelijke cultusbeeld na 1580 niet naar Oud Zevenaar terugkeerde. In de vereringsgeschiedenis is vanaf die tijd een duidelijke breuk vast te stellen, aldus het Meertens Instituut. Pas een eeuw later, eind 17de eeuw, lijkt er een nieuwe Mariaverering in Oud Zevenaar te bestaan.
Het albasten O.L. Vrouw ter Nood Gods werd overigens in 1975 uit de kerk gestolen en is nooit teruggevonden. Het is vervangen door een gipsen replica. Sinds de jaren zeventig zijn er geen georganiseerde bedevaarten meer naar de kerk en het beeldje. Door de diefstal was het gevoel dat er iets authentieks was verdwenen en dat het kopiebeeldje niet dezelfde functie kon vervullen. Jaarlijks zijn er in mei en oktober nog wel vieringen aan het Maria-altaar. Het wordt dan in de bloemen gezet en men steekt er veel kaarsen op. Een oud processiebeeld, dat gedurende het jaar in de sacristie staat, wordt dan centraal voor het altaar geplaatst.
Over de herkomst van de Piëta bestaan twee verschillende verhalen. Volgens het ene verhaal was het een geschenk van de Kleefse ambtsman Johan van de Loo, uit dankbaarheid voor een behouden terugkeer na een pelgrimstocht naar het Heilig Land die 51 weken duurde.
Volgens een legende is het Mariaheiligdom te danken aan het beeldje dat door ‘Kromme Dirc’ in het riet in de uiterwaard werd gevonden. Deze arme en mismaakte boerenjongen kon geen priester worden en dacht er daarom over een eind aan zijn leven te maken door zichzelf te verdrinken. Bewust van de zondigheid van zijn gedachten bad hij tot Maria, waarna hij in het riet een Piëta-beeldje vond dat een ereplaats in de kerk kreeg.

Nieuws

    Geen nieuwsberichten over deze bedevaart gevonden.

Agenda

    Geen berichten over deze bedevaart gevonden.