Aartsbisdom > Nieuws > Genesis 22 centraal op Dag van het Jodendom

Genesis 22 centraal op Dag van het Jodendom

Tijdens de Dag van het Jodendom die de R.-K. Kerk jaarlijks op 17 januari organiseert, werd in het Aartsbisdom Utrecht een studiemiddag gehouden op het Ariënsinstituut. Tijdens deze middag, bestemd voor pastorale beroepskrachten, nam judaïst dr. Marcus van Loopik de deelnemers lerend mee naar het bekende verhaal van Genesis 22, de binding van Isaac (Jitschak).

dvj-2014-2-klMarcus van Loopik is als leraar betrokken bij PaRDEs (stichting voor talmudica en interreligieuze dialoog). Kardinaal Eijk was één van de deelnemers aan de studiemiddag, hulpbisschop Woorts (die namens de Nederlandse Bisschoppenconferentie de betrekkingen met het Jodendom onderhoudt) moest wegens een verblijf in het buitenland verstek laten gaan.

Kort fragment
De tekst Genesis 22 (‘De beproeving van Abraham’) is volgens Marcus van Loopik “één van de meest becommentarieerde” passages uit het Oude Testament, “vanwege de theologische, ethische en morele complexiteit van deze tekst.” Van Loopik las steeds een kort fragment – soms niet meer dan een halve zin – in het Hebreeuws, om vervolgens met de aanwezigen stil te staan bij de mogelijke betekenis van de verschillende zinsdelen. Hij stelde daarbij gerichte vragen, maar bood de deelnemers eveneens de mogelijkheid om zelf gezichtspunten aan te dragen.

In zijn toelichting greep Van Loopik terug op de visies die Joodse commentatoren door de eeuwen heen op de tekst hebben gegeven. Daarbij verwees hij ook geregeld naar andere passages uit de Schrift.
In de Joodse traditie zijn er verschillende benaderingen, vanuit verschillende ervaringen. Aan bod kwamen onder meer de verschuiving van een bij sommigen bijna obsessief Joods verlangen naar martelaarschap uit de Middeleeuwen, in de richting van de modernere interpretatie dat het Godsbeeld binnenin Abraham verschoof naar een meer barmhartige God.
Volgens weer een andere zienswijze gaat Genesis 22 niet over het offer van een Kind: deze interpretatie ziet de tekst juist als een teken dat God niet wil dat er mensenoffers worden gebracht. Het verhaal zou uiteindelijk bedoeld zijn als legitimatie van Jeruzalem als de offerplaats – en dan alleen van dieroffers.

dvj-2014-1-kl

Veelheid aan betekenissen
Die veelheid aan betekenissen die commentatoren in de loop der tijd aan de passages hebben verbonden, deed één der deelnemers verwijzen naar een uitspraak van de dichter Martinus Nijhoff: “Lees maar, er staat niet wat er staat.”
Aan het eind van de bijeenkomst toonde Van Loopik afbeeldingen naar aanleiding van Genesis 22, onder andere van Chagall. Van Loopik is zelf ook bekend als grafisch kunstenaar, zo zijn de platen uit de grote lezenaarbijbel (WV 95) van zijn hand. Hij liet tevens een werk van eigen hand zien (rechtsonder).
Kardinaal Eijk vond deze studiemiddag net als de andere deelnemers mooi om mee te maken. “Het deed me ook denken aan de colleges exegese. Helaas is mijn Hebreeuws wel een beetje weggezakt,” aldus de kardinaal. Daar had Van Loopik overigens alle begrip voor: “Mijn Latijn is ook niet meer wat het geweest is.”

dvj-2014-6-kl dvj-2014-7-kl

Tags: