Aartsbisdom > Nieuws > Veelgestelde vragen uit de parochies in de voorbereiding op Kerstmis

Veelgestelde vragen uit de parochies in de voorbereiding op Kerstmis

Met Kerstmis in het vooruitzicht zijn veel parochies volop bezig met de voorbereidingen om tijdens de feestdagen zo veilig en tegelijk zo waardig mogelijk te kunnen vieren. Dit levert een aantal vragen op in relatie tot het protocol ‘Kerkelijk vieren op anderhalve meter’. De antwoorden worden hieronder gegeven. Ze zijn in het Aartsbisdom Utrecht ook verspreid onder de pastorale beroepskrachten en parochiebesturen, voorzien van een begeleidend schrijven van mgr. Woorts.

Daarin gaat hij onder meer in op de tijd die tussen de afloop van de ene en de start van de volgende viering moet worden aangehouden: “Het antwoord daarop is volgens dit nieuwe overzicht tenminste twee uur. In de brief van de Utrechtse bisdomstaf van 21 september jl. wordt als richtlijn gegeven minstens drie uur. Echter, in verband met het gedaalde aantal Covid-19 besmettingen lijkt het de Utrechtse bisdomstaf verantwoord om de duur tussen het einde van de ene viering en het begin van de volgende van minstens drie naar minstens twee uur terug te brengen, overeenkomstig het landelijk protocol. Wij realiseren ons dat de voorbereidingen op Kerstmis heel anders zijn dan anders, zeker voor onze pastorale teams, koren, kosters en andere vrijwilligers. Alle waardering voor de grote inzet en volharding die door velen opgebracht wordt, binnen en buiten onze kerkgebouwen, om het kerkelijk leven zo goed mogelijk voortgang te doen vinden.”

1. Is er al iets te zeggen over het maximaal toegestane aantal kerkgangers met Kerstmis?

Daar is helaas nog niet met zekerheid iets over te zeggen. Net als de overheid maken de bisschoppen zich zorgen over de huidige ontwikkeling in de cijfers van Covid-19. Deze geven op dit moment nog geen aanleiding tot hoop dat veel meer gelovigen dan het huidige aantal van 30 kunnen deelnemen aan de vieringen met Kerstmis. De overheid heeft aangegeven dat rond 8 december bekend zal worden gemaakt of de algemene richtlijnen voor samenkomsten met groepen met het oog op Kerstmis en Oud en Nieuw wel of niet versoepeld kunnen worden.
De bisschoppen vragen daarom op dit moment aan de parochies zich voor te bereiden op het vieren van Kerstmis met maximaal 30 aanwezigen, exclusief bedienaren, per viering, maar met de mogelijkheid om op te schalen naar een hoger aantal als de Covid-19 cijfers daar half december aanleiding toe geven. De R.-K. Kerk blijft hierover in gesprek met de overheid en houdt uiteraard de parochies van nieuwe ontwikkelingen op de hoogte.

2. Komt er ruimte voor openluchtvieringen en/of herderstochten en dergelijke?

De huidige overheidsregel is dat men buitenshuis met maximaal 4 personen van verschillende huishoudens een groep mag vormen. De lokale overheid (gemeente, veiligheidsregio) kan hiervan afwijken en voor religieuze bijeenkomsten plaatselijk ontheffing op deze algemene overheidsregel verlenen. Dit betekent dat in beginsel openluchtvieringen, herderstochten, processies en dergelijke buiten niet plaats kunnen vinden, tenzij de plaatselijke parochie hiervoor van haar lokale overheid uitdrukkelijk toestemming heeft gekregen.

3. Op 18 november heeft de overheid nieuwe regels gepubliceerd over zingen. Wat betekent dit voor zingen in de R.-K. Kerk en voor koren?

Omdat een verhoogd besmettingsrisico door zingen niet kan worden uitgesloten heeft de overheid zingen in een groep (van 2 personen of meer) vanaf 19 november 2020 verboden. Vanuit het oogpunt van godsdienstvrijheid is zingen tijdens vieringen in de kerk niet verboden, maar wordt aangeraden zeer voorzichtig te zijn.
De regels in de R.-K. Kerk blijven ongewijzigd, dat betekent dat tijdens vieringen geen samenzang plaatsvindt en zang slechts is toegestaan door één cantor of enkele zangers, zoals in het protocol ‘Kerkelijk leven op anderhalve meter’ is vastgelegd.
Oefenen door amateurkoren valt onder de algemene overheidsregel van zingen in een groep. Amateurkoren kunnen daarom niet bij elkaar komen om te oefenen.

4. Per 1 december is een mondkapje in publieke ruimtes verplicht, maar dit geldt niet voor gebedshuizen. Wat betekent dit voor de R.-K. Kerk?

Het eerder door de bisschoppen gegeven dringend advies, dat aanwezigen een mondkapje dragen tijdens de viering, blijft gelden. Bij voorkeur wordt het mondkapje alleen afgedaan tijdens het ontvangen van de Heilige Communie.

5. Wat is het advies met betrekking tot verwarming van de kerkgebouwen?

Verwarming van het kerkgebouw door middel van radiatoren en vloerverwarming is mogelijk, ook tijdens de eredienst; heteluchtverwarming mag alleen vóór de viering aan, moet tijdens de viering worden uitgezet en aanwezigen dienen altijd op tenminste drie meter afstand te blijven van de vloerroosters.

6. Hoeveel tijd moet er tussen twee opeenvolgende vieringen worden aangehouden?

Om het risico op besmettingen te minimaliseren is het dringende advies om tussen twee vieringen contactoppervlakken goed schoon te maken en de kerk daarna te luchten/spuien. Luchten/spuien betekent dat ramen, luiken en deuren zodanig tegenover elkaar worden opengezet dat een flinke luchtstroming of -circulatie door de ruimte ontstaat. Tijdens het luchten/spuien mogen er geen mensen aanwezig zijn in de ruimte. Het advies is om tussen verschillende vieringen tenminste twee uur aan te houden om te luchten.

7. Hoeveel mensen mogen een uitvaart bijwonen?

Uitvaarten mogen vanaf 19 november door maximaal 100 personen worden bijgewoond. Dat geldt ook voor uitvaarten in de R.-K. Kerk, mits in het kerkgebouw waar de uitvaart plaatsvindt 1,5 meter afstand tussen de aanwezigen in acht kan worden genomen. Voor alle andere vieringen blijft voorlopig het aantal van maximaal 30 aanwezigen gelden.

Foto: Ramon Mangold