In Deventer wordt op 25 oktober de Ariëns Prijs voor Diaconie uitgereikt. Deze prijs is vernoemd naar de priester Alphons Ariëns van het Aartsbisdom Utrecht. Op allerlei manieren is na zijn overlijden in 1928 teruggekeken naar Ariëns. In het oktobernummer van bisdomblad ‘Op Tocht’ aandacht voor de Enschedese jaren van Alphons Ariëns: hij was tien jaar pastoor in Enschede. Hoe zag zijn pastorale praktijk eruit? Wat was de kern van zijn pastorale aanpak?

Eind 19de eeuw komen door een snelle industrialisering veel textielbedrijven naar Enschede, die met nieuwe machines, aangedreven door stoomkracht, massaproductie gaan maken. De nieuwe bedrijven trekken ook veel mensen aan, die werk zoeken. In de tijd van Ariëns verdubbelt het aantal inwoners van Enschede van 5.000 naar 10.000. “Je zou denken dat ten gevolge van deze bedrijvigheid het levenspeil van de mensen zou stijgen,” schrijft auteur Hub Crijns. “Dit is niet waar. Tussen 1890 en 1900 dalen de lonen zelfs, terwijl de prijzen tamelijk stabiel blijven.” Crijns beschrijft de vaak ellendige omstandigheden waarin de arbeiders en hun gezinnen leefden en gaat in op de vele initiatieven die Alphons Ariëns nam om deze te verbeteren.

Ook in dit nummer: een terugblik op de landelijke Misdienaarsdag in Oudenbosch waaraan zo’n 450 misdienaars deelnamen en een vooruitblik op RedWednesday: op 19 november kleuren kerken en monumenten opnieuw bloedrood om aandacht te vragen voor het lot van miljoenen vervolgde, onderdrukte en bedreigde gelovigen in de hele wereld.
Erfgoedspecialist Emma de Jong schrijft in deze editie over de piëta van pastoor Verheul: hij kocht in 1901 voor de Martinuskerk te Beek een piëta bij de firma Van Bokhoven uit ’s-Hertogenbosch. Dit deed hij nauwelijks twee jaar later weer, maar dan voor zijn nieuwe standplaats in de H. Andreaskerk in Groessen. De Jong: “Van Bokhovens werk is vooral te vinden in de zuidelijke provincies, maar soms ook in het aartsbisdom, vaak als heiligenbeelden. Helaas werd hun werk niet altijd gesigneerd en ging er veel verloren. Voor een kunstwerkplaats als die van Van Bokhoven, vooral werkend in neogotische stijl, was het vervaardigen van een piëta zoals die in Beek en Groessen niet ongewoon: ongetwijfeld zullen er zich meer in Nederlandse kerken bevinden die identiek zijn of hier op lijken.”

Zijn column schreef kardinaal Eijk dit keer in de Domus Australia te Rome. Het is een huis voor priesters uit Australië die in Rome studeren en tevens een hotel. Hij gaat in zijn column in op het bezoek dat paus Leo XIV op 6 oktober bracht aan de Domus Australia. De paus was daar op uitnodiging van kardinaal Eijk om in een Vesperviering de gerestaureerde afbeelding van de Madonna van Pompei te zegenen. Kardinaal Eijk: “Hierop is Maria afgebeeld, terwijl ze aan mensen rozenkransen uitdeelt. Omdat de Madonna van Pompei de patroon is van de kerk van de Domus Australia, is het hier op 7 oktober een hoogfeest.”

Lees de column van kardinaal Eijk
Bestel dit nummer of neem een abonnement op ‘Op Tocht’