Opperrabbijn Binyomin Jacobs en mgr. Woorts (bisschop-referent ‘Kerk en Jodendom’ en voorzitter van de gelijknamige werkgroep van het Aartsbisdom), spraken op 20 februari in Amersfoort in het kader van de Dag van het Jodendom vanuit hun joodse en rooms-katholieke betrokkenheid over het thema ‘Van Generatie op Generatie’.

In een eerdere bijeenkomst op 23 januari hadden een r.-k. en een joodse moeder al gesproken over de wijze waarop zij in de opvoeding geloof en traditie proberen over te dragen op hun kinderen en wat zij daarbij tegenkomen. Opperrabbijn Jacobs benadrukte aan de hand van de metaforen rond het aansteken van de kaarsjes bij de menora het belang bij opvoeding van warmte/liefde, maar ook de soms noodzakelijke strengheid. Het belang van de begrippen   nederigheid/bescheidenheid illustreerde opperrabbijn Jacobs aan de hand van de matse (het ongerezen platte brood).
De Utrechtse hulpbisschop Woorts besteedde veel aandacht aan het begrip katholieke identiteit. Hij toonde in een aantal voorbeelden hoe van jongs af aan kinderen daarbij betrokken worden. Desgevraagd gaf hij aan dat wij van het Jodendom de grote eerbied voor de Tora (de Heilige Schrift) kunnen leren, maar ook de ervaring hoe te overleven in een tijd waar de Kerk een minderheid in de samenleving is geworden.