De 15de editie van de Willibrordprocessie trok op 10 september door de Utrechtse binnenstad. Tijdens deze processie wordt de reliekschrijn van heilige Willibrord meegedragen. Onder het motto ‘Geloof mag gezien worden’ trokken mgr. Woorts, priesters, diakens, priesterstudenten en gelovigen vanaf het beeld van Willibrord op het Janskerkhof naar de St. Catharinakathedraal. Bij het passeren van de Domtoren werden de klokken geluid. In de kathedraal ging kardinaal Eijk vervolgens voor in de aansluitende Willibrordvespers.

Pastoor Huitink van de organiserende Salvatorparochie: “Met deze Willibrordprocessie leggen we publiekelijk getuigenis af van ons geloof. Met de schrijn van Willibrord in ons midden groeperen wij ons rond de Apostel van Nederland. Samen laten wij in vrijheid de vreugde van ons geloof zien.” Het viel Huitink op dat de mensen die meeliepen dit deden “vanuit een sterke innerlijke overtuiging.” Onder de deelnemers aan de Willibrordprocessie waren niet alleen parochianen uit Utrecht, ook gelovigen uit andere parochies waren naar Utrecht gekomen. “Ik ben trots op mijn geloof. En het is goed om hiermee in de stad het christelijk geloof zichtbaar te maken,” aldus één van de deelnemers.

In zijn preek verwees kardinaal Eijk naar enkele Pinkstergemeenten in het zuiden van de Verenigde Staten, die in hun religieuze bijeenkomsten ronddansen met giftige slangen in hun handen. “Deze rite staat bekend onder de naam ‘snake handling’. Dat zijn nog eens spannende diensten. Je zou ze bijna aanbevelen aan mensen die onze vieringen soms saai vinden. In hedendaagse termen: deze diensten geven je een ‘beleving’ die geen moment verveelt,” aldus de Utrechtse aartsbisschop.
De gelovigen zien in de risico’s die zij hiermee nemen, een teken van hun geloof. Daarbij baseren ze zich op enkele Bijbelteksten: “Deze Pinkstergemeenten geloven op basis daarvan dat God hen beschermt tegen slangenbeten en dat ze geen medische behandeling nodig hebben als ze gebeten worden.” Maar de woorden van Christus waarop deze Pinkstergemeenten zich baseren, zijn gericht op de apostelen en daarmee op de Kerk als geheel, en niet tot individuele gelovigen, aldus kardinaal Eijk: “En de Kerk is uitgegaan over de hele wereld en heeft het Evangelie verkondigd aan de hele schepping. Ze heeft daarbij steeds nieuwe talen gesproken. Gebeten door slangen is zij in de loop der eeuwen van alle kanten. Velen hebben geprobeerd haar te onderdrukken, te vervolgen en uit te roeien. Dat gebeurt in sommige delen van de wereld nog steeds, waar christenen worden vervolgd en met de dood bedreigd als zij Christus trouw blijven.”

Hij besloot zijn preek met een oproep: “Nederlandse katholieken zouden er goed aan doen zich Willibrord en zijn metgezellen voor ogen te houden. Ik wil Nederlandse katholieken niet beledigen, maar ze zijn in het algemeen nogal schuchter en bedeesd uitgevallen als het erop aankomt voor hun geloof in Christus uit te komen. Men verklaart dit wel door de eeuwenlange onderdrukking van katholieken sinds de Reformatie. De snelle en drastische secularisering die daar in de laatste halve eeuw overheen is gegaan, heeft katholieken in ons land nog verder ‘eingeschüchtert’. Die slangen kunnen we beter in hun natuurlijke habitat laten en net als Willibrord en zijn metgezellen doen wat Jezus feitelijk bedoelt: met lef openlijk voor ons geloof in Hem uitkomen.”

Na afloop van de viering overhandigde kardinaal Eijk aan rector Kuipers van de Utrechtse priesteropleiding het Ariënsinstituut een plaquette van Willibrord. “Deze opleiding kon in 2014 vanwege het toegenomen aantal priesterstudenten worden heropend,” zo memoreerde de kardinaal. “Maar in het gebouw is nog nergens een afbeelding van Willibrord te zien. Deze afbeelding van Willibrord zal er een mooie plek krijgen.”