Aartsbisdom > Nieuws > Kardinaal Eijk: ‘pastoor Galama was een echt vrij mens’

Kardinaal Eijk: ‘pastoor Galama was een echt vrij mens’

Ter nagedachtenis aan de priesters Galama, Van Rooijen en Hegge werd op 26 juni in de St. Pancratiuskerk te ‘s-Heerenberg (parochie H. Gabriël) een herdenkingsviering gehouden. In juni 2022 is het 80 jaar geleden dat deze drie priesters uit ‘s-Heerenberg werden gearresteerd. Pastoor Jan Galama en kapelaan Marinus van Rooijen stierven in Dachau de marteldood, alleen kapelaan Reinier Hegge keerde levend terug uit het concentratiekamp Bergen Belsen.

Pastoor Galama en de kapelaans Van Rooijen en Hegge werden in augustus 1941 gearresteerd omdat zij een protestbrief van de Nederlandse bisschoppen hadden voorgelezen en verspreid. Deze brief van aartsbisschop De Jong werd op zondag 3 augustus in alle katholieke kerken voorgelezen. De brief was in de pastorie van de St. Pancratiuskerk in ‘s-Heerenberg bovendien gekopieerd en vervolgens huis aan huis verspreid in het stadje. Nadat leden van de lokale NSB hierover hadden geklaagd, werd pastoor Galama een dag later gearresteerd en naar het Huis van Bewaring in Arnhem gebracht. Daar moesten een dag later zijn kapelaans zich ook melden. Pastoor Galama lag al slecht bij de lokale NSB-ers omdat hij hen de sacramenten weigerde, zoals aartsbisschop De Jong had opgedragen.

In zijn preek memoreerde kardinaal Eijk dat pastoor Galama voor zijn moed een lichtend voorbeeld had in zijn aartsbisschop, Johannes de Jong. Deze zal daarvoor op 19 september postuum de Yad Vashem-onderscheiding ontvangen van de staat Israël. Kardinaal Eijk beschreef kort de ontberingen die Galama moest doorstaan, tot hij in mei 1942 werd vermoord. “Officieel stond pastoor Galama te boek als een gevangene, achtereenvolgens in Arnhem, Düsseldorf en Dachau,” aldus kardinaal Eijk. “Maar feitelijk lag het omgekeerd: pastoor Galama was een echt vrij mens en zijn bewakers waren de eigenlijke gevangenen. Hij had de vrijheid waarvoor Christus ons – volgens de apostel Paulus in zijn brief aan de Galaten – had gemaakt. Hij had de innerlijke vrijheid van de kinderen Gods, die Christus ons door de Heilige Geest geeft als vrucht van Zijn kruisdood en verrijzenis.”
De echte innerlijke vrijheid betekent het vermogen om je naaste liefde te hebben zoals jezelf, zo benadrukte kardinaal Eijk. “Kortom, het is niet de uiterlijke vrijheid van wetten, gezag en sociale druk, maar de innerlijke ruimte en kracht van een mens om te doen wat hij moet doen. En die vrijheid had pastoor Galama. Hij had de innerlijke vrijheid om te doen wat zijn geweten hem ingaf: te getuigen van Christus en Zijn Evangelie door zijn parochianen te laten zien dat de nazi-ideologie haaks stond op het christelijk geloof. Hij had ook de innerlijke vrijheid om op te komen voor zijn verdrukte naaste. Hij verkondigde ronduit en openlijk dat ieder mens, geschapen als hij was naar Gods beeld en gelijkenis, een essentiële waardigheid had, die niet mag worden geschonden, en dat dit ook voor Joodse medemensen gold. Dit deed hij ondanks alle daaraan verbonden risico’s, waarvan hij zich zeer wel bewust was.”
De Utrechtse aartsbisschop eindigde zijn preek met een gewetensvraag: “Bij een herdenking als deze staan wij als christenen voor de hamvraag: stel dat van ons ooit eens gevraagd wordt om onder moeilijke omstandigheden te doen wat ons geweten ons ingeeft; hebben wij dan ook die innerlijke vrijheid van de kinderen Gods zoals pastoor Galama?”

Na de Eucharistieviering ging het gezelschap naar het monument van de Goede Herder. Achter dit bronzen beeld van een herder met lam staat een gedenkmuur, met daarop de namen van de oorlogsslachtoffers. Het monument werd op 12 december 1948 onthuld door kardinaal De Jong. Aan de linker- en rechterzijde van deze gedenkmuur zijn portretten geplaatst van de ‘martelaren van ‘s-Heerenberg’: pastoor Galama en kapelaan Van Rooijen. Bij dit monument vond een korte plechtigheid plaats, waarbij kardinaal Eijk en pastoor Oortman een krans legden. Na een vendelhulde was er een ontmoeting, waarbij ook familieleden van alle drie de priesters aanwezig waren.
Achter in de St. Pancratiuskerk in ‘s-Heerenberg is in de herdenkingskapel een permanente kleine expositie ingericht voor de omgekomen pastoor Galama en zijn kapelaan Van Rooijen.

 

Foto’s: Jan Meulenbeek