Aartsbisdom > Nieuws > Alphons Ariëns was ‘een ware strijder voor het geloof’

Alphons Ariëns was ‘een ware strijder voor het geloof’

In Maarssen (parochie St. Jan de Doper) vond op 31 augustus de jaarlijkse Ariënsherdenking plaats. Bij het graf van Alphons Ariëns was een gebedsviering met kardinaal Eijk als agens, gevolgd door een Eucharistieviering in de nabijgelegen H. Hartkerk. Voor de studenten van de Utrechtse priesteropleiding het Ariënsinstituut geldt deze herdenking als de opening van het studie- en vormingsjaar.

Voorafgaand aan de gebedsviering bij het graf van Ariëns was er een stille tocht vanaf de H. Hartkerk naar de begraafplaats Beerensteijn. Het motregende een beetje, maar al lopend langs de nog stille Vecht werd het droog. Tijdens de gebedsviering brak de zon door. Hub Crijns, vicevoorzitter van het Ariëns-Comité, noemt “de jaarlijkse herdenking van het overlijden van pastoor Ariëns een belangrijk moment in de devotie voor Alphons Ariëns. Katholieken kunnen met hun actief gebed tot Ariëns een steentje bijdragen in het proces van zaligverklaring, dat nog steeds gaande is in Rome.”

Kardinaal Eijk omschreef Alphons Ariëns als “een groot grondlegger van de katholieke sociale beweging in Nederland. Hij is in zijn praktijk als priester een voorbeeld voor alle katholieken. De priesteropleiding in het aartsbisdom is naar hem genoemd. Hij was een ware strijder voor het geloof in zijn, denken en handelen. Geestelijk in de culturele en zedelijke verkondiging en vorming van de katholieken en materieel in de belangenbehartiging, die hij vooral voor de arbeiders opzette. Ariëns zocht in de eerste plaats de arbeiders op en in de laatste plaats de rijken en hij cijferde zichzelf altijd weg.”

Bij de plechtige Eucharistieviering van de 97ste sterfdag van pastoor Alphons Ariëns in Maarssen werd kardinaal Eijk geassisteerd door diaken Theo Reuling Ofs, lid van het Ariëns-Comité, en de recent benoemde rector van het Ariënsinstituut Erik Rozeman. Hij was vroeger als priesterstudent al meermalen bij deze plechtigheid geweest.

In zijn preek ging kardinaal Eijk in op hoe voor ons gedoopten en christengelovigen de hemel open kan gaan in ons leven. “Ook in dit leven gaat de hemel al voor ons open. Dat kan gebeuren bijvoorbeeld door de ontmoeting van een christen die zijn opdracht serieus neemt en in woord en daad van zijn geloof in Jezus in deze wereld getuigt.”
Hij herinnerde in zijn preek aan die oktoberdag in 1886, toen een verlegen kapelaan Ariëns zich na zijn studies in Rome aandiende bij de Jacobuskerk om met zijn taak in Enschede te beginnen. Zo ging voor fabrieksarbeiders in Enschede even de hemel open. Ariëns bezocht al snel de fabrieksarbeiders in de textielindustrie thuis en hoorde van de ellendige staat waarin zij verkeerden. “Ze hadden een te laag inkomen. Met hun grote gezinnen woonden zij in veel te kleine huizen. Helemaal als zij werkeloos raakten, verkeerden zij in diepe armoede en ellende. Ze grepen dan vaak in radeloosheid naar de fles. Velen waren verslaafd aan de alcohol,” aldus kardinaal Eijk.

Kapelaan Ariëns bleef niet passief. Hij wilde iets doen voor de arbeiders. Hij bemiddelde bij de werkgevers voor betere arbeidsomstandigheden. Hij organiseerde voor de arbeiders via een gemeenschapshuis vorming op cultureel en geestelijk vlak. Hij organiseerde culturele activiteiten, richtte een harmonie op. Hij richtte de RK Twentse Fabrieksarbeiders Vereniging op. Deze en andere initiatieven zijn de voorlopers geworden van het latere RK Werklieden Verbond en nog weer later de Katholieke Arbeidersbeweging. Zo legde hij al doende de basis voor de katholieke sociale beweging in Nederland. De Katholieke Fabrieksarbeiders Vereniging die hij oprichtte was niet alleen een vakverbond, dat het opnam voor de belangen van de arbeiders, maar ook een standsorganisatie. Kardinaal Eijk: “Dat hield in dat zij vooral de geestelijke en culturele vorming van arbeiders tot doel hadden, met name een degelijke christelijke vorming. De bedoeling was hen het Evangelie te verkondigen en de leden tot Christus te brengen. En zo de hemel voor hen te openen. Door hun belangen te behartigen, liet hij al iets van het licht van de hemel op hun leven schijnen. Maar hij wilde met name dat zij door de verkondiging van het christelijk geloof en de viering van de sacramenten hun blik ook en vooral op de hemel zouden richten.”

Tags: