Zusters: ‘Wij beschouwen Culemborg als onze geboorteplaats’

Zestig zusters van de van oorsprong Nederlandse Congregatie Jezus, Maria en Jozef (Congregatie JMJ) kwamen op 8 mei naar Nederland om een pelgrimsreis te maken naar de wortels van hun congregatie. Deze Indiase en Ghanese zusters beschouwen Culemborg als hun geboorteplek, omdat hun congregatie in deze stad is ontstaan. Op 10 mei bezochten ze dan ook het grafmonument van pater Matthias Wolff.
Van oudsher is katholiek Culemborg een jezuïetenparochie geweest. Toen het leven na de Napoleontische oorlogen in 1814 zijn normale loop hervatte, keerden de jezuïeten in 1816 ook naar Culemborg terug: Petrus de Hasque, die pastoor werd en de Luxemburgse pater Mathias Wolff, zijn kapelaan. Met krachtige hand bouwden zij de parochie weer op, steunden zij armen en behoeftigen en wierven zij geld voor de bouw van een nieuwe kerk die op 1 november 1817 aan de Papenhoek in gebruik werd genomen (ongeveer op de plaats van het priesterkoor in het huidige gebouw) . De toren werd in de wijde omtrek beroemd omdat op de spits de pauselijke tiara en de hemelsleutels van Petrus met daarboven het kruis waren opgenomen. Pater Wolff, een vurig spreker, trok van heinde en verre belangstellenden, van wie velen zich lieten dopen. Hij ijverde met grote bezieling voor het geloof zoals moge blijken uit zijn bijnaam: de verscheurende wolf.
In de 19de eeuw groeide in Nederland de behoefte aan nieuwe kloostercongregaties, met name ten behoeve van katholiek onderwijs en ziekenzorg. In 1819 gaven twee Culemborgse meisjes aan pater Wolff te kennen, dat zij kloosterzuster wilden worden: Maria Stichters (19 jaar) en Sophia Miltner (17 jaar). Lebuina van Elck uit Beesd voegde zich al snel bij hen. Aanvankelijk werden deze drie in Gent geschoold, maar in 1822 keerden zij terug naar Nederland en stichtten het eerste klooster in Amersfoort, eerst nog in het geheim, later hoefde dat niet meer. Als snel kreeg het initiatief van pater Wolff goedkeuring van de kerkelijke autoriteiten. Op 10 juni 1823 werden de kloosterregels goedgekeurd, de zustercongregatie JMJ was een feit.
De congregatie stichtte in Culemborg in 1860 een meisjesschool, de Jozefschool. Deze school bestaat nog steeds en viert op 11 juli a.s. haar 165-jarig bestaan. De school heeft het gebouw aan de Ridderstraat jaren geleden verlaten. Momenteel is er de Marokkaanse Taqwa moskee nog in gevestigd. De zusters stichtten ook het Barbaraziekenhuis aan de Elisabethdreef – nu Residentie de Vier Dreven – en het meisjesinternaat Mariakroon, genoemd naar het middeleeuws klooster dat indertijd aan de Herenstraat gesticht is. Ook Mariakroon heeft zijn oorspronkelijke functie verloren, is deels afgebroken en inmiddels omgebouwd tot appartementencomplex. Ook in de voormalige kloostertuin zijn diverse appartementen gebouwd. De congregatie stichtte veel kloosters, ziekenhuizen en scholen in Nederland. De bekendste daarvan is Mariënburg in ’s Hertogenbosch, in de vorige eeuw de verzamelplek van kritische en vooruitstrevende katholieken in de 8 mei beweging.
Ruim 100 jaar geleden, in 1924, werden de stoffelijke resten van pater Wolff, die op 31 oktober 1857 was overleden, in de tuin van Mariakroon begraven, zodat de zusters de herinnering aan hem levend konden houden. In 1957 hebben de zusters een grafmonument voor hem opgericht, dat zich nog altijd aan het Pater Wolffpad bevindt.
Het bezoek
De grootste groep pelgrimerende zusters is uit India naar Nederland gevlogen. Enkelen van hen kwamen via Rome uit Ghana. Bovendien voegden zich twee jonge zusters bij hen die in Leuven studeren. De zusters begonnen hun bezoek bij het monument van pater Wolff, waar zij werden ontvangen door de hulpbisschop van het Aartsbisdom Utrecht mgr. Hoogenboom en door Anthony Zielhorst, voorzitter van de Culemborgse Locatieraad St. Barbara. Zielhorst, die in zijn jeugd nog misdienaar is geweest in de kapel van Mariakroon, leidde de gasten door de ‘JMJ-buurt’ van de stad rond. Via het Barbarabruggetje en de voormalige kloostertuin bereikte de groep de Ridderstraat waar uitvoerig werd stilgestaan voor de ingang van Mariakroon en de voormalige Jozefschool ertegenover. Op al deze plekken hoorde je de zusters opmerkingen van herkenning maken: zij hadden zich allemaal grondig voorbereid en kenden de namen van de gebouwen in onze stad uitstekend. Daarna wandelde de groep via het Koestraatje naar het Stadhuis op de Markt voor het volgende fotomoment. In de Grote Kerkstraat maakte de groep nog een korte stop bij het voormalige conventshuis, dat onder de zusters JMJ met de naam ‘Ons Huis’ jarenlang als inloophuis voor daklozen en zorgbehoevenden dienst heeft kunnen doen. Met het vertrek van de laatste zusters uit de Grote Kerkstraat verdween de congregatie uit onze stad.
Via de machtige entreepoort van het Stadskantoorterrein, die gesierd wordt met het wapenschild van de Utrechtse aartsbisschop mgr. J. Zwijsen (1794-1877), arriveerden de zusters in de voormalige Papenhoek, de plek waar tijdens de Reformatie een schuilkerk werd gedoogd en waar pater Wolff in 1817 zijn kerk liet bouwen. Van oorsprong is het Stadskantoor een katholiek gebouw, de Kapel getuigt daar nog van. Sinds het eind van de 18de eeuw fungeerde het als Kleinseminarie van het Aartsbisdom Utrecht, de kostschool waar priesterstudenten hun gymnasiumopleiding volgden. Uit die tijd stamt ook de entreepoort met dat wapenschild. Later hebben de paters Augustijnen er het Nederlands Schriftelijk Studiecentrum geleid en weer later was er de Sociale Academie de Nijenburg gevestigd.
Pauskeuze tijdens de pelgrimage
Apotheose van het bezoek was de pontificale Eucharistieviering, waarin bisschop Hoogenboom voorging. Na een indrukwekkende intochtsprocessie wijdde de groep zich aan gebed, schriftlezing en H. Communie. Engelstalige liederen werden gezongen, aangevuld met één origineel gezang uit India. Zichtbaar geroerd namen de zusters na dankwoorden en bisschoppelijke zegen afscheid, op weg naar de volgende statie in hun pelgrimage naar de wortels van hun congregatie. Zij hadden er toen nog geen idee van, dat 8 mei 2025 – de dag van hun bezoek aan het grafmonument van de stichter van hun congregatie – een buitengewoon gedenkwaardige dag zou worden voor de Katholieke Kerk als geheel: de uitverkiezing van Robert Prevost tot paus Leo XIV. De autochtone Culemborgse katholiek, die een belangrijk deel van haar of zijn leven geestelijk geleid is door paters Augustijnen, voelde zich extra verheugd nu de nieuwe paus ook nog eens een Augustijn blijkt te zijn. Anderen hebben verrast en blij gereageerd op zijn naamkeuze: zal hij in de voetsporen treden van zijn grote naamgenoot Paus Leo XIII, de grondlegger van de 20e-eeuwse katholieke sociale leer? Het zal de zusters JMJ op hun pelgrimstocht voor een deel zijn ontgaan. Na hun bezoek zijn ze er nog meer van overtuigd: Culemborg is onze geboorteplek!
Tekst: Anthony Zielhorst