Aartsbisdom > Nieuws > Mgr. Woorts viert kerkwijding St. Willibrordsabdij

Mgr. Woorts viert kerkwijding St. Willibrordsabdij

Mgr. Woorts was op 12 oktober op uitnodiging van abt Vesseur hoofdcelebrant van de feestelijke Eucharistieviering bij gelegenheid van de 67ste verjaardag van de wijding van de abdijkerk van de Benedictijner Sint Willibrordsabdij te Doetinchem. Op 12 oktober 1952 consacreerde mgr. B. Alfrink, de toenmalige coadjutor van aartsbisschop kardinaal De Jong van Utrecht, deze abdijkerk.

In zijn homilie memoreerde mgr. Woorts de eerste keer dat hij in deze abdijkerk kwam. “Dat was in 1983, het eerste jaar van mijn studie theologie. Het gaf mij een innerlijke vreugde vanwege de stille aanwezigheid van onze Heer. Deze abdijkerk nodigde mij direct uit tot gebed.” Mgr. Woorts bedankte de monniken voor hun biddende aanwezigheid, “in het bijzonder in de plaatselijke Kerk van ons Aartsbisdom Utrecht! Alleen God weet welke vruchten die gebeden dragen, al zovele jaren.”

De Utrechtse hulpbisschop stond ook uitgebreid stil bij de opgang van Jezus naar Jeruzalem en het reinigen van de Tempel. In tegenstelling tot de andere drie evangelisten situeert Johannes dit verhaal gelijk aan het begin van zijn Evangelie. “Daarmee benadrukt hij dat Jezus de Messias is en dat met Hem de eindtijd is begonnen, de eindtijd waarin alle volken zullen optrekken om de ene God op zijn heilige berg te gaan aanbidden, de God van Israël,” aldus mgr. Woorts. “Bij Mattëus, Marcus en Lucas horen wij Jezus tijdens de tempelreiniging zeggen: ‘Mijn huis moet een huis van gebed zijn, maar gij hebt er een rovershol van gemaakt.’ Dat de Tempel een huis van gebed moet zijn, daarmee verwijzen zij naar de profetie van Jesaja die zegt: ‘De vreemdelingen die zich bij de Heer hebben aangesloten om Hem te dienen en de naam van de Heer te beminnen, om zijn dienstknechten te zijn … hen allen laat Ik komen naar mijn heilige berg en schenk hun vreugde in mijn huis van gebed. Hun brand- en slachtoffers zijn welgevallig op mijn altaar. Want mijn huis zal heten: Huis van gebed voor alle volken’ (Jes. 56, 6a-7).”
Jezus reinigt de Tempel die bedoeld is als een huis van gebed, voor alle volken, zo benadrukte mgr. Woorts. “De voorhof van de Tempel, daar mochten ook de heidenen komen. Het is in die voorhof dat Jezus de Tempel reinigt. Hem wordt naar zijn bevoegdheid gevraagd en naar een teken. Hij maakt duidelijk – met zijn woorden én met zijn kruisdood en opstanding – dat Hijzelf de Tempel is, de plaats van de inwoning van God. Het verrezen lichaam van Christus zal het middelpunt zijn van de eredienst aan de Eeuwige.”
Mgr. Woorts: “Deze abdijkerk is een teken van het Lichaam van Christus waarin God ten volle woont. Hier mogen wij ons verblijden om zijn aanwezigheid, of je hier nu voor het eerst komt, of al vele jaren, dag in dag uit. En dat alles door de kracht van de Heilige Geest die ons gebed voedt, die ons de vreugde en vrede schenkt, diep in ons hart.”

In de 13de eeuw kende Nederland zo’n twintig Benedictijnse kloosters, maar tijdens de Beeldenstorm en de Tachtigjarige Oorlog werden alle kloosters verwoest of in beslag genomen. Pas in het begin van de twintigste eeuw keerden Benedictijner monniken terug in Nederland. In 1907 kwam in Oosterhout de Sint Paulusabdij gereed, die al snel vele Nederlandse roepingen trok. Daarom werd in 1935 de St. Adelbertpriorij te Egmond gesticht. Al snel dacht men aan een derde vestiging, in Gelderland. Men huurde een huis in Bingerden, maar dit brandde af in de Tweede Wereldoorlog. De monniken kregen toestemming tijdelijk kasteel Slangenburg te bewonen en in oktober 1945 kwamen de eerste monniken uit Oosterhout daar aan. In 1949 werd de eerste steen gelegd van de nieuwe abdij en na vier jaar bouwen konden de monniken hun kasteelperiode afsluiten en naar hun nieuwe klooster trekken. Het kasteel werd aangehouden als gastenverblijf. Sinds 2015 is Br. Henry Vesseur abt van de St. Willibrordsabdij. (Bron: willibrordsabdij.nl)

Tags: