Aartsbisdom > Nieuws > Geslaagde dag van en voor religieuzen

Geslaagde dag van en voor religieuzen

Paus Johannes Paulus II nam in 1997 het initiatief voor een jaarlijkse wereldwijde Dag van het Godgewijde leven. Deze werd gekoppeld aan het Feest van de Opdracht van de Heer op 2 februari. Dit jaar organiseerde het Aartsbisdom Utrecht in het eigen bisdom een dergelijke dag van en voor religieuzen, waarbij de Trappistinnen van de communiteit van Abdij Koningsoord als gastvrouwen fungeerden. Tientallen religieuzen uit verschillende ordes en congregaties in het aartsbisdom waren aanwezig, evenals aartsbisschop Eijk en de hulpbisschoppen Woorts en Hoogenboom.

religieuzendag-3Waardering
Het werd een zeer geslaagde dag, “die hopelijk volgend jaar wordt herhaald,” zo zei aartsbisschop Eijk. Hij hield in Koningsoord een lezing, waarin hij uitgebreid stil stond bij de roeping tot het religieuze leven. Hij benadrukte ook dat het een speerpunt van het beleid van het aartsbisdom is om “waar mogelijk religieuze communiteiten te behouden en pogingen te doen om religieuze communauteiten uit het buitenland aan te trekken. De aanwezigheid van religieuzen is namelijk cruciaal voor de vitaliteit van het bisdom door hun activiteiten en hun gebed.”
Aartsbisschop Eijk sprak zijn waardering uit voor het vele werk dat de actieve religieuzen in de loop der jaren hebben gedaan – ook in het aartsbisdom, en voor de contemplatieve communauteiten: “In alle stilte en eenvoud zijn slotzusters meer dan ooit nodig om God te dienen en te eren, plaatsvervangend voor de vele mensen die dat niet doen en tevens om medechristenen nadrukkelijk te herinneren aan het eigenlijke doel van hun leven, God.”

religieuzendag-1 religieuzendag-5

Ontwikkelingsfasen
Maar actief en contemplatief religieus moeten niet tegenover elkaar gesteld worden, zo benadrukte mgr. Eijk, die ter illustratie verhaalde uit het leven van Don Bosco: “Op een dag vroegen leerlingen aan Don Bosco welke ontwikkelingsfasen hij had doorgemaakt bij zijn zoektocht naar het goddelijke. Hij antwoordde: ‘Eerst nam God me bij de hand en leidde mij binnen in het land van de daad, en daar bleef ik meerdere jaren. Toen keerde Hij tot mij terug en leidde mij binnen in het land van het lijden; daar leefde ik totdat mijn hart van elke overtollige hechting gezuiverd was. Daarna bevond ik mij weer in het land van de liefde, de brandende vlam waarvan alles verteerde wat aan zelfzucht was overgebleven. En dat bracht mij in het land van de stilte, waar de geheimen van leven en dood voor mijn verbazende ogen ontvouwd werden.’
‘Was dat de laatste fase van uw zoektocht?,’ vroegen de leerlingen.
‘Neen,’ zei Don Bosco, ‘op een dag zei God, ‘vandaag zal ik u binnenbrengen in het binnenste heiligdom van de tempel, in het hart van God zelf.’ En toen werd ik het land van het lachen binnengeleid’.”
Mgr. Eijk: “Don Bosco straalde een ongelooflijke vreugde uit, waardoor hij in staat was duizenden straatkinderen ertoe te bewegen om met vreugde zijn aanwijzingen en wensen op te volgen. Hij moest echter door al die fases heen om het land van het lachen, dat wil zeggen van de vreugde te bereiken.”
Deze fasen komen – niet altijd op dezelfde wijze en wellicht ook niet in dezelfde volgorde – ook voor bij alle religieuzen, aldus mgr. Eijk. “In al die fasen en in de wijze waarop u daarmee omgaat, bent u als religieus door uw bijzondere binding met Christus in de vorm van een mystiek huwelijk een voorbeeld voor anderen.”

Foto’s: zr. Rafaël