September 2013

Welke plaats hebben medemensen in ons leven?

Door bezuinigingen komt onder meer de zorg voor ouderen en langdurig zieken in de knel. Van overheidswege horen we dat we weer meer zorgtaken voor oudere en zieke of gehandicapte familieleden en buren op de eigen schouders zullen moeten nemen. Is dat wel realistisch?, zo luidt de kritiek.

Laten we wel wezen: dit is een groot probleem waar geen eenvoudige oplossing voor bestaat. Het gaat echter ook om de keuzes die de samenleving en de leden ervan maken. Een echte samenleving gaat verder dan een belangengemeenschap, die we nu eenmaal nodig hebben, omdat we bepaalde levensbehoeften en levensvoorwaarden niet alleen kunnen realiseren. Van een echte menselijke samenleving maken we deel uit als we niet slechts naar onze belangen kijken, maar ook bereid zijn te geven en ons in te zetten uit zorg voor medemensen. Om een echt menselijke samenleving te vormen, zijn twee dingen nodig: nederigheid en edelmoedigheid.

Nederigheid betekent dat we niet onszelf centraal stellen, maar ook anderen een plaats geven in ons leven. Nederigheid staat soms in een kwade reuk doordat we vaak valse nederigheid tegenkomen bij mensen die hun talenten en prestaties ontkennen of afzwakken, in de hoop dat we er dan een paar complimenten bovenop doen. Een echt nederig mens erkent zijn talenten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, maar is zich tevens bewust van zijn eigen grenzen. Hij weet dat hij uiteindelijk afhankelijk is van God, zonder Wie hij niet eens zou bestaan, en is aangewezen op zijn medemensen.

Een gemakkelijk uit te dragen boodschap is dat niet in onze sterk individualistische cultuur. Velen hebben spontaan de neiging zichzelf op een denkbeeldig podium te plaatsen en anderen als toeschouwers te beschouwen. Ze moeten zich onderscheiden van anderen door hun uiterlijk, hun levensvisie, hun normen en waarden. Daarbij gaat het vooral om het gevoel uniek te zien, want feitelijk laten de meesten zich in hun keuzen leiden door de massamedia, de reclame en de commercie. Een hyperindividualist heeft geen behoefte aan een wezen dat hem overstijgt, God, of de samenleving. Dat een bepaalde boodschap binnen een bepaalde cultuur weinig weerklank vindt, is echter nog geen reden om er dan maar het zwijgen toe te doen. Het blijft meer dan ooit nodig het besef uit te dragen dat we geen pure individuen zijn, maar samen kinderen van God en daarmee verantwoordelijk voor elkaar.

De huidige impopulariteit van het christelijk geloof vindt deels haar verklaring in het huidige hyperindividualisme. De navolging van Jezus vraagt dat we nederig zijn in de echte zin van het woord: Hij werd mens, ging onze menselijk condities delen en stierf aan het kruis om ons tot God te brengen. Hij schrok er niet voor terug om de laatste plaats in te nemen, maar hier won hij zelf niets bij, wij daarentegen alles.

Jezus spoort ons aan niet de beste plaats uit te zoeken in het leven en onszelf centraal te stellen. Stel dat je dat bij een maaltijd zou doen en de gastheer je zou verzoeken om je stoel aan een belangrijkere gast af te staan. Dan ga je af als een gieter (vgl. Luc. 14,8-9). Een oudere priester vertelde me onlangs hoe hij in een preek over de betreffende passage uit het Evangelie het beeld had genoemd van een oude zuster die haar hele leven de billen had gewassen van Alzheimerpatiënten. Na haar overlijden kiest ze ergens achter in de hemel een oncomfortabel klapstoeltje uit. Maar Jezus komt naar haar toe met de uitnodiging: “Vriendin, ga wat hogerop” (vgl. Luc. 14,10).

Nu kent Jezus ons goed. Hier zou nog een stukje al te menselijke berekening in kunnen zitten: we nemen zelf een lagere plaats in, maar dan wel in de hoop dat we daarna hogerop mogen. Hij voegt er als in één adem aan toe dat nederigheid moet leiden tot edelmoedigheid: als je mensen uitnodigt, doe dat dan niet alleen bij familie en vrienden of gegoede buren, maar nodig ook mensen uit die je helemaal niets terug kunnen geven, armen, gebrekkigen, kreupelen en blinden (Luc. 14,12-13).

Zonder financiële middelen is een aantal zaken zeker lastig te realiseren. Voor een zorgzame samenleving zijn authentieke nederigheid en edelmoedigheid echter noodzakelijke voorwaarden. Het is de vraag of we daarvoor een keuze willen maken.