November 2014

Vijf-en-twintig jaar Friezenkerk

Aan het eind van het boek Ezechiël (47,1-12) beschrijft deze profeet hoe na het einde van de Babylonische Ballingschap de tempel van Jeruzalem weer in volle glorie zal verrijzen. In een visioen ziet Ezechiël hoe vanuit één zijde van de tempel, de ingang gelegen aan de oostzijde, water uit de tempel vloeit. Overal waar dit water komt, brengt het leven voort en maakt het de aarde vruchtbaar. De tempel in Jeruzalem is het centrum van de Joodse eredienst, teken van Gods aanwezigheid te midden van Zijn volk, die hiervoor een bron van zegen is.

De Kerkvaders hebben in het beeld van de tempel waaruit leven wekkend water vloeit, een verwijzing gezien naar het moment waarop de zijde van Jezus aan het kruis doorstoken werd met een lans en er terstond bloed en water uit kwam (Joh. 19,34). Een aantal Kerkvaders zag in het bloed een verwijzing naar de Eucharistie en in het water een verwijzing naar de gave van de Heilige Geest en het doopsel. Door het doopsel ontvangen we de Heilige Geest en worden we vervuld met een leven van geloof, hoop en liefde. We worden er kinderen van God door en lid van Zijn familie, de Kerk. Uit die zijde van Christus komt zo ook de Kerk voort, als gemeenschap van gelovigen, een geestelijke tempel, die de leven gevende gaven van de Heilige Geest doorgeeft overal in deze wereld (Ef. 2,20-22; 1 Petr. 2,4-5).

In Rome is op 9 november het Feest gevierd van de wijding van de Basiliek van Sint-Jan van Lateranen, de kathedraal van de paus, de bisschop van Rome. Op dit feest wordt als Eerste lezing de hier geciteerde passage uit het boek Ezechiël genomen. Analoog aan de wijze waarop de tempel van Jeruzalem het centrum was voor de Joodse eredienst, is de kathedraal van Rome het centrum van alle kerken over de hele wereld, die een huis van God zijn en waar de gaven van de Heilige Geest worden doorgegeven door de verkondiging van Gods Woord en de bediening van de sacramenten. In de kathedraal van Rome staat de zetel van de paus, de stadhouder van Christus en Hoofd van de Wereldkerk, die de eenheid van de Kerk vertegenwoordigt. Rome is voor rooms-katholieken het centrum van de Kerk als gemeenschap van alle gelovigen die door de Heilige Geest met elkaar worden verbonden.

Eeuwenlang zijn christenen als pelgrims naar Rome gekomen om aan deze eenheid van de Kerk gestalte te geven en deze te versterken. Een sprekend voorbeeld hiervan is de Heilige Willibrord, de patroon van de Nederlandse Kerkprovincie en ons aartsbisdom, wiens hoogfeest wij twee dagen eerder vierden. Deze Engelse monnik kwam in 690 naar ons land om er het Evangelie te verkondigen. In 691 ging hij naar Rome met als doel aan de paus een zending te vragen, een opdracht om de leven gevende boodschap van Christus onder de Friezen te verkondigen. Hij deed dat om de eenheid met Rome te zoeken bij het stichten van de Kerk van Christus in onze streken. Toen hij in 695 weer naar Rome kwam, werd hij door paus Sergius gewijd tot aartsbisschop voor de Friezen. Doordat hij zijn bisschopszetel vestigde in de stad Utrecht, werd hij tevens de stichter van het Aartsbisdom Utrecht. Opvallend zijn de vele wonderen die worden beschreven in de biografieën van Willibrord, waarbij hij waterbronnen aanboorde. Deze gaven het water nodig voor het leven van mensen, maar waren op de eerste plaats een verwijzing naar het Doopsel, naar de Heilige Geest die Heer is en leven geeft, zoals het Credo zegt.

Friezen, eenmaal volgelingen van Jezus geworden, wilden ook als pelgrims Rome bezoeken om de eenheid met Rome te benadrukken. Vanaf 800 stichtten zij daartoe hier in Rome aan de voet van de heuvel Janiculus een kolonie, waar pelgrims een veilig heenkomen vonden. Uiteraard wilden zij ook een eigen kerkgebouw. In 1141 werd de huidige Friezenkerk gebouwd, waarvan de toren en de absis nog helemaal origineel zijn en de rest is ‘bedekt’, vooral de binnenkant met een rococo-interieur.
Het is te danken aan mgr. Muskens dat deze kerk in 1989, nu 25 jaar geleden, opnieuw in gebruik werd genomen als trefpunt voor pelgrims uit Nederland. Geen land ter wereld heeft zijn nationale kerk zo dichtbij de Sint-Pieter in Rome. Zij ligt praktisch aan het Sint-Pietersplein.

Ik zou Nederlanders willen oproepen om naar Rome te komen en elkaar ook te ontmoeten in deze, ik moet zeggen: onze Friezenkerk. Een pelgrimstocht naar Rome kan eraan bijdragen dat we die Ene Kerk die uit
Christus’ zijde is voortgekomen al naargelang voor het eerst, opnieuw of dieper leren kennen. En dat u in het centrum van de Wereldkerk voor het eerst of intenser kennis kunt maken met die leven gevende Geest, waarmee Christus haar bezielt.