Februari 2013

Religieuzen broodnodig voor Kerk & samenleving

Kerk en samenleving hebben veel te danken aan religieuzen. Zonder de inzet van actieve religieuzen zouden er in diverse regio’s van ons land tot ver in de vorige eeuw geen instellingen voor gezondheidszorg en onderwijs zijn geweest. Voor grote delen van de wereld geldt dat overigens nog steeds. Ook contemplatieve slotzusters leveren een onschatbare bijdrage aan Kerk en samenleving. Zij brengen door hun aanhoudend gebed God de eer die Hem toekomt, en bidden voor de noden van Kerk en samenleving voor het grote aantal mensen dat dat zelf nalaat.

Religieuzen volgen Jezus op een intense manier door een leven te leiden overeenkomstig de drie evangelische raden: armoede, gehoorzaamheid en celibaat. Hun keuze voor de armoede betekent dat zij geen persoonlijk bezit hebben, maar dat zij wat hun orde of congregatie heeft, gemeenschappelijk bezitten. Dit stelt hen in staat zich belangeloos voor de medemens in nood in te zetten. Door hun celibataire levensstaat herinneren zij ons eraan dat het doel van ons leven uiteindelijk is gelegen in het deelhebben aan Gods eeuwige Rijk van liefde en vrede na de verrijzenis, waarin mensen niet meer huwen of ten huwelijk worden gegeven, aldus Jezus (Luc. 20,35). Door hun gehoorzaamheid laten religieuzen zich door hun overste zenden naar een plaats waar hun inzet vereist is. Op deze manier volgen zij Jezus van meer nabij, die zich door Zijn Vader naar de wereld liet zenden om mens te worden, aan het kruis te sterven en te verrijzen met als doel onze verrijzenis en onze deelname aan Gods Rijk mogelijk te maken.

Een van de speerpunten van het beleid van het aartsbisdom is daarom ervoor te zorgen dat er ook in de toekomst religieuze gemeenschappen zullen zijn in ons aartsbisdom. Onze Roepingenraad heeft gebedskringen voor roepingen in diverse parochies helpen oprichten. Deze gebedskringen tellen nu samen circa 780 leden. Zij bidden niet alleen om roepingen tot het priesterschap en het diaconaat, maar ook voor het religieuze leven.
Het verheugt ons dat we voor het aartsbisdom nieuwe religieuze gemeenschappen hebben kunnen aantrekken. Op 15 januari jl. heeft een communauteit van de Braziliaanse gemeenschap Shalom haar intrek genomen in de pastorie in Renkum, een Marabedevaartsplaats dichtbij Wageningen. Het oudste lid is een priester en een ander mannelijk lid heeft kort geleden zijn studie theologie afgesloten aan de Theologische Faculteit van Lugano. De drie andere leden zijn zusters. Deze gemeenschap doet vooral aan pastoraat en catechese onder jongeren en studenten, maar organiseert in Brazilië ook diaconale activiteiten, waaronder de opvang en begeleiding van drugsverslaafden. Tevens zal zich volgend jaar een communauteit in ons bisdom vestigen van priesterreligieuzen afkomstig uit Colombia. Twee van hen zullen hun priesteropleiding volgen in Nederland.

Wij hebben als aartsbisdom onze waardering voor onze religieuzen tot uiting willen brengen door de oproep over te nemen die paus Johannes Paulus II in 1997 heeft gedaan, namelijk om op het feest van de Opdracht van de Heer, ook Maria Lichtmis genoemd, de Dag voor de Religieuzen te vieren. Vorig jaar vond onze eerste Dag voor de Religieuzen plaats in het nieuwe klooster van de zusters Trappistinnen in Oosterbeek. Op zaterdag 2 februari jl. werd de tweede aartsdiocesane Dag voor de Religieuzen gehouden in Dijnselburg te Zeist.
Waarom koos paus Johannes Paulus II juist het feest van de Opdracht van de Heer als Dag voor de Religieuzen? Op dit feest gedenken we hoe Jezus veertig dagen na Zijn geboorte door Maria en Jozef naar de Tempel werd gebracht om aan God te worden opgedragen, zoals de Joodse wet voorschreef. Maar daar wachtte praktisch niemand op Hem. Het ontvangstcomité bestond slechts uit twee oude mensen, Simeon en Hanna (zie Luc. 2,22-40). Dit waren geen ‘zeloten’, mensen die al vechtend en strijdend Israël probeerden te bevrijden uit de handen van de Romeinen, maar biddende mensen. Zij konden Jezus herkennen als de Messias doordat ze door de Heilige Geest waren verlicht.
Er zijn in alle tijden mensen geweest die te weinig of niet baden, maar zeker in onze geseculariseerde tijd kunnen we ons afvragen: wie herkent de aanwezigheid van Jezus nog in Zijn huis, de Kerk? Meer dan ooit zijn daarom religieuzen nodig die volgens de evangelische raden leven in verschillende combinaties van actie en contemplatie en die evenals Simeon en Hanna in een diep innerlijk contact met God leven. Hierdoor laten zij ons zien waar het in het leven eigenlijk om gaat: dat God door Christus onder ons aanwezig is en dat Hij eigenlijk alles voor ons zou moeten zijn.