April 2012

Ook de andere wang toekeren?

“Als iemand u op de ene wang slaat, keer hem dan ook de andere toe” (Luc. 6,29), zo spoort Jezus ons aan. Een klap op de wang is niet alleen pijnlijk, maar ook vernederend.
Generaties christenen hebben zich vertwijfeld de tanden stukgebeten op deze uitspraak van Jezus. Zij roept verontwaardiging op: zo laat je over je lopen! Mogen we iemand dan niet straffen voor het onrecht dat hij of zij ons aandoet? Als we dat niet deden, dan zou een flink aantal mensen daar danig misbruik van maken. En lezen we elders in de Heilige Schrift niet dat we voor de onderdrukten in deze wereld moeten opkomen? Dit vergt dat we zo nodig ook onze tanden laten zien.

Jezus zegt wel vaker dingen met opzet uitdagend. Daarmee wil Hij ons uit de tent lokken. Door deze prikkelende uitspraken gaan we automatisch ons geweten onderzoeken en ons afvragen of we Jezus nu wel echt willen navolgen.

Uiteraard is genoemde uitspraak niet letterlijk bedoeld, maar figuurlijk. Maar de vraag blijft wat Jezus ons hiermee precies wil zeggen. Dat wordt duidelijk als Jezus Zelf op de wang wordt geslagen. In de nacht van Witte Donderdag op Goede Vrijdag ondergaat Hij een ondervraging door de hogepriester. Een dienaar die bij de hogepriester een wit voetje wil halen, geeft Jezus een klap op de wang met de woorden: “Antwoord gij zo de hogepriester?” (Joh. 18,22).

Hoe reageert Jezus? Keert Hij hem andere wang toe? Niet letterlijk, maar Hij vraagt hem rekenschap: “Indien ik iets verkeerds gezegd heb, verklaar dan wat er verkeerd in was; maar indien het goed was, waarom slaat gij Mij dan?” (Joh. 18,23). Jezus keert niet letterlijk de andere wang toe, maar doet dat wel in geestelijke zin: Hij laat zich door het aangedane onrecht niet ertoe verleiden kwaad te worden, wraak te nemen en iets scherps terug te zeggen.

Integendeel, Jezus kijkt die dienaar van de hogepriester met liefde aan. Hij vraagt hem om rekenschap, niet om hem te kleineren, maar om hem met zijn geweten te confronteren. Door Zijn lijden aan het kruis wil Hij ook die man verlossen en bij God terugbrengen. Hij neemt daarmee het risico opnieuw een slag te incasseren. Dit is ook de andere wang toekeren.

In 1945 werd het concentratiekamp Dachau bevrijd door Amerikaanse militairen. Zij voerden de gevangenen langs kampbewakers die in een rij waren opgesteld met een bord om de hals. Zij moesten met krijt een streep zetten op het bord bij degenen die hen hadden geslagen, gemarteld of vernederd. Een groep Poolse priesters deed dat niet, maar ging hen zwijgend voorbij: dit is de andere wang toekeren naar het voorbeeld van Jezus. Zij praatten het onrecht niet goed, maar lieten zich er ook niet door overmeesteren. Zij bleven in de liefde en de vergevingsgezindheid van de Heer. Daardoor werden de kampbewakers meer in geweten aangesproken, dan wanneer zij wraak op hen hadden genomen.

Niet alleen die dienaar van de hogepriester gaf Jezus een klap in het gezicht. Dat deden wij allemaal al die keren dat we geen acht sloegen op Gods liefde voor ons of – erger nog – er dwars tegenin gingen. Het is voor ons allen reden tot grote dankbaarheid dat Jezus op Goede Vrijdag bereid was ons ook de andere wang toe te keren.