Mei 2015

In Lourdes kunnen we leren onze zending als christen met vreugde te volbrengen

Op het moment dat ik deze column schrijf, ben ik net enkele dagen terug van de derde Lourdesbedevaart van het Aartsbisdom Utrecht. Met ruim dertienhonderd deelnemers hebben we onze gebeden bij de grot aan God voorgelegd op de voorspraak van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. Het thema van het bisdom Lourdes voor de bedevaarten in het jaar 2015 luidt: Lourdes, de vreugde van de zending. Wij hebben allemaal zonder uitzondering bij doopsel en vormsel de zending gekregen om in deze wereld in woord en daad te getuigen van Jezus en Zijn Evangelie. Dat is in onze zeer seculiere omgeving geen gemakkelijke zending. Vaak voelen we ons in het geloof in Christus alleen staan. Van onze omgeving ondervinden wij weinig steun. Niet zelden wordt het geloof bekritiseerd of bespottelijk gemaakt. Ga er dan maar eens voor uitkomen dat je christen bent. Het is daarom tijdens een bedevaart een hele verademing om te merken dat je niet de enige bent die Jezus wil volgen.

Voor de preken en een voordracht voor jongeren tijdens de bedevaart heb ik onder meer inspiratie geput uit een boek over Bernadette dat me persoonlijk heel dierbaar is: Het lied van Bernadette van de hand van Franz Werfel. Iemand had het mij cadeau gegeven bij gelegenheid van mijn eerste Heilige Mis als kapelaan van de Sint Antonius-van-Padua-kerk te Venlo-Blerick, op 2 juni 1985. Om uiteenlopende redenen was ik niet aan dit boek toegekomen, totdat ik door een ernstige ziekte als gevolg van een scheur van een slagader van de hersenen gedwongen was mijn werkzaamheden als bisschop van Groningen gedurende lange tijd neer te leggen. Waarschijnlijk heeft het zo moeten zijn dat ik het boek pas toen ter hand nam, want ik heb er op dat dieptepunt van mijn leven heel veel troost en kracht uit geput.

Franz Werfel was in juni 1940 samen met zijn familie op de vlucht voor het oprukkende Duitse leger en probeerde via Zuid-Frankrijk naar Portugal te vluchten. Door de Voorzienigheid geleid, zo schrijft hij zelf, komt hij daarbij in Lourdes terecht. Hier doet deze dichter en schrijver plechtig de belofte dat hij als hij de veilige kust van Amerika mag bereiken als eerste werk vóór al het andere het lied van Bernadette zal zingen, zo goed als hij kan, ook al is hij niet rooms-katholiek maar Joods. Na de vrijheid te hebben bereikt, lost hij zijn belofte in. Overigens staat deze gelofte binnen het teken van een voornemen dat hij reeds tevoren had om altijd en overal het goddelijk mysterie en de menselijke heiligheid te bezingen, zoals hij schrijft in het voorwoord van zijn boek, “ongeacht de geest van de tijd, die zich spottend, verbitterd en onverschillig afkeert van deze laatste waarden van het leven.” Deze tendens bestond al zo in 1941 en is sindsdien alleen maar versterkt.

Werfels boek leest als een roman. Hij vertelt de waarheid, maar niet als een historicus. Hij laat ons Bernadette zien van de binnenkant. Deze jonge vrouw, nog een meisje, verloor niet haar eenvoud, evenwicht en kalmte toen haar na de verschijningen spot en hoon ten deel vielen van de kant van medemensen die haar niet geloofden. Ook niet toen ze tot op het onbetamelijke af werd verhoord door politie en justitie. Het viel op dat zij de mensen die haar dit aandeden, wist te vergeven.

Bij haar sterven drukte Bernadette een kruisbeeld aan haar borst met de woorden “Mijn Jezus, ik houd zoveel van Hem.” Ze was een getuige van haar geloof in Christus, ook op haar sterfbed, nadat ze zeven jaar had geleden aan tuberculose van het bot, een zeer langdurige en pijnlijke ziekte waar in haar tijd geen remedie voor bestond.

Kon Bernadette deze zending volbrengen met vreugde? Niet als we bij vreugde enkel denken aan het gevoel. Het gaat hier om een geestelijk vreugde, die de vrucht is van liefde. Het gaat hier om liefde en vreugde als vruchten van de Heilige Geest (Gal. 5,22). Liefde voor Christus en medemens had Bernadette in overgrote mate. Van haar kunnen we in Lourdes echt leren hoe we onze zending als christen met ware vreugde kunnen beleven.