December 2025
In de Advent kunnen we niet op onze handen blijven zitten
Johannes, de grote profeet van de Advent, bereidde mensen voor op de komst van de Messias in deze wereld. De Kerk bereidt ons voor op de wederkomst van de Messias aan het einde der tijden. Daarom is ons hele leven een vorm van Advent, een wachten op de komst van de Heer.
Johannes leert ons ook wat de inhoud is van de Advent, het verlangend uitkijken naar de komst van de Heer. Zijn korte boodschap luidt: “Bekeert u, want het Rijk der hemelen is nabij” (Mt. 3,2). De Advent is in ieder geval geen tijd om op onze handen te blijven zitten. Bekeren omvat ons hele leven: onze blik bewust richten op Christus en ons hart voor Hem openen.
Het optreden van Johannes de Doper is vruchtbaar: veel mensen uit Jeruzalem, Judea en heel de Jordaanstreek komen naar hem, belijden hun zonden, dat wil zeggen in hoeverre zij wegen hebben bewandeld die hen van God afleiden. Zij laten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, als teken dat ze zich oprecht willen zuiveren en bekeren. Er komen zelfs ‘zware jongens’ bij hem: tollenaars en soldaten.
Het gaat goed, zou je zo zeggen, totdat er Farizeeën en Sadduceeën bij Johannes komen, zij zijn de latere tegenstanders van Jezus. Johannes is weinig vriendelijk tegen ze en noemt ze “Adderengebroed” (Mt. 3,7).Daarmee bind je bepaald geen klanten aan je en maak je je geen vrienden. Maar daar is Johannes ook niet op uit.
Zijn bezwaar tegen hen is dat ze met een onzuivere intentie naar hem toekomen, uit nieuwsgierigheid en om hem aan een verhoor te onderwerpen. Zij hebben niet het voornemen zich te bekeren, omdat ze zich als afstammelingen van de aartsvader Abraham, dus als een vorm van erfelijkheid, door God gerechtvaardigd achten. En daarom denken ze geen bekering nodig te hebben. Johannes probeert hen aan het verstand te brengen dat afstamming hier geen enkele rol speelt. Jood en niet-Jood kunnen tot God komen, op voorwaarde dat ze hun hart voor Hem openen.
In 2012 verscheen in het weekblad de Groene Amsterdammer een interview van een Nederlandse journalist met mgr. Fisichella, de voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Bevordering van de Nieuwe Evangelisatie. De journalist daagde mgr. Fisichella uit met de opmerking dat de dalai lama in West-Europa en Noord-Amerika meer succes boekte dan de paus. Het laconieke antwoord van Fisichella luidde:
“De dalai lama vraagt je niet je leven te veranderen. De paus doet dat wel, dat is het verschil. Vraag je maar eens af waarom al die grote sterren in Hollywood en omgeving volgelingen werden van de dalai lama. Omdat ze alles konden behouden. Ze kunnen blijven wie ze waren. Ze hoeven in niets te veranderen. Ze moeten een moment van reflectie inbouwen gedurende de dag en niets anders. Het is voldoende om willekeurig welke pagina van het Evangelie op te slaan om te zien dat ons geloof zo niet in elkaar zit. Het christendom is een radicale weg. Je moet alles achterlaten, inclusief jezelf, om Christus te volgen. Ik ben ervan overtuigd dat we in de toekomst weer geloofwaardig kunnen zijn als onze levensstijl in overeenstemming is met ons geloof.”
Het christendom verlangt een radicale bekering om de Heer te ontmoeten, wanneer Hij komt. Dit is de fundamentele vraag voor ons christenen: ‘Kunnen we Christus. als Hij plots voor ons staat, in de ogen kijken; zijn onze ogen zodanig gericht, afgesteld en zuiver, is ons leven zo radicaal op Hem afgesteld dat we dat aankunnen? Ook op dit ogenblik?’