Maart 2013

kardinaaleijkenpausbenedictusxviEen onverwacht afscheid

Op maandag 11 februari jl. overviel paus Benedictus XVI de Kerk en de hele wereld met de mededeling dat hij op 28 februari a.s. zou aftreden. Het was nieuws en het is nog steeds nieuws. Slechts enkele pausen zijn in de loop van de geschiedenis afgetreden. De laatste keer dat dit gebeurde, was alweer zeshonderd jaar gelden.

Drie dagen tevoren had ik Benedictus XVI nog bezocht in een privéaudiëntie. Daarmee was ik gelijk – zonder dat ook maar in de verste verte te vermoeden – de laatste kardinaal die hij in privéaudiëntie ontving. Toen het Hoofd van de Dienst Communicatie van het aartsbisdom mij op 11 februari opbelde met de vraag of ik iets afwist van een mogelijk aftreden van de paus, kon ik mijn oren niet geloven en dacht ik aan een (misplaatste) grap. Korte tijd later, tegen het einde van de morgen, werd het bericht bevestigd. Dat was een historische dag.

Niet alleen de agenda van Benedictus XVI ziet er ineens heel anders uit, de prefecten van de diverse congregaties van de Romeinse Curie moesten 28 februari om klokslag 20.00 uur terugtreden. De kardinalen die samen het bestuur van de Kerk uitmaken in de periode dat er geen paus is, moesten hun agenda leegruimen en zich naar Rome begeven.
Donderdag 28 februari nam Benedictus XVI afscheid van de kardinalen. De meesten van hen, ruim tweehonderd, waren hierbij aanwezig. Dit was een bewogen afscheid, ook voor mijzelf. Ik ken hem persoonlijk sinds ik eind 1997 door paus Johannes Paulus II benoemd werd tot lid van de Internationale Theologische Commissie. De prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer, kardinaal Ratzinger en later paus Benedictus XVI, was voorzitter van deze commissie. Ook nadat mijn lidmaatschap niet meer kon worden verlengd, omdat ik residerend bisschop van Groningen-Leeuwarden was geworden, heb ik hem regelmatig ontmoet.

Het afscheid van paus Benedictus XVI heeft me veel gedaan. Ik mag deze sympathieke, vriendelijke en zachtmoedige man uiterst graag. Ik heb me vaak geërgerd aan de onterechte kwalificaties die hem ten deel zijn gevallen. Aan de persoonlijke ontmoetingen met hem bewaar ik de beste herinneringen.
Ook deel ik de grote bewondering en dankbaarheid van veel mensen voor zijn schitterende encyclieken en zijn diepzinnige preken, die niet alleen zijn grote theologische kennis weerspiegelden, maar ook zijn persoonlijke spiritualiteit. Hij had een doorleefd geloof en dat sprak uit zijn optreden, uit wat hij zei en wat hij schreef. Hij heeft in de acht jaar van zijn pontificaat serieuze christenen die gebukt gaan onder de kerkvijandige houding van de huidige seculiere samenleving, moed ingesproken en begeesterd om vol goede moed Jezus te blijven navolgen en van Zijn Evangelie te blijven getuigen.

Bij het afscheid wilde Benedictus XVI ons nog iets meegeven van wat hem in zijn leven als priester, bisschop en paus heeft bewogen: zijn liefde voor de Kerk, die de priester bij zijn wijding van God als zijn bruid ontvangt. Om duidelijk te maken wat de Kerk is, verwees hij naar het laatste boek dat Romano Guardini heeft gepubliceerd tijdens het Tweede Vaticaans Concilie. In tegenstelling tot wat velen denken, is de Kerk “geen instituut, uitgedacht en geconstrueerd aan het bureau …, maar een levende werkelijkheid …. Zij leeft gedurende de loop van de tijd, in een wordingsproces, waarbij zij zich zoals elk levend wezen omvormt … Desalniettemin blijft zij in wezen altijd dezelfde, en haar hart is Christus.”
Hij zag dit bevestigd in de grote menigte die de dag ervoor tijdens de algemene audiëntie afscheid van hem was komen nemen: “Het was onze ervaring, gisteren, zo leek me, op het Plein (St. Pietersplein): te zien dat de Kerk een levend lichaam is, bezield door de Heilige Geest en dat echt leeft uit Gods kracht. Zij is in de wereld, maar niet van de wereld: zij is van God, van Christus, van de Geest.” De Kerk mag van haar menselijke kant dan soms lelijk teleurstellen, haar hart blijft Christus.

De Kerk gaat verder en het is nu zaak om het grote geloof en de intense liefde vast te houden waarmee Benedictus XVI sprak over de Kerk.

Noot van de redactie: Deze column is geschreven kort voordat het conclaaf startte.