September 2018

Een inspirerend voorbeeld

Zoals elk jaar hebben een groep parochianen, leden van het Ariëns-Comité en oud-kaderleden van de Katholieke Arbeiders Bond op de laatste zondag van augustus in Maarsen bij het graf van mgr. Alphons Ariëns diens overlijden op 7 augustus 1928 herdacht. Maarssen was de laatste parochie waar hij als pastoor op inspirerende en aanstekelijke wijze, maar soms ook met heel scherpe toon het geloof in Christus verkondigde. Zo vroeg hij zich openlijk af hoe iemand een levend geloof kon hebben, als hij niet aan het dagelijks lof om 19.00 uur deelnam: God is zo bereikbaar en woont naast je in Zijn Kerk; het is zo gemakkelijk om Jezus even dagelijks te bezoeken.

Je zou bijna denken dat de scherpe trekken in zijn gelaat deze toon weerspiegelen, de trekken die zo benadrukt worden in het bekende portret dat Jan Toorop in 1907 van hem gemaakt heeft. Dit zijn echter de fysieke trekken die zijn gelaat nu eenmaal eigen waren. Maar wie kijkt, ziet ook de tedere uitdrukking rond zijn mond en in zijn ogen. Deze verraden zijn innige zorg voor het welzijn van zijn parochianen. Hij hield van hen, maar daar zat niets sentimenteels in.

Zijn liefdevolle en tedere zorg voor hen betrof hun objectieve welzijn in de breedste zin van het woord: geestelijk en lichamelijk. Dit had hij al als jonge kapelaan in de fabrieksstad Enschede. Hij had zorg voor de leniging van de armoede van de arbeiders, vooral wanneer zij werkeloos waren.

Maar hij realiseerde zich dat dat onvoldoende was. Hij wilde hen ook zinvolle vrijetijdsbesteding bezorgen om te voorkomen dat ze, eenmaal thuis van hun werk, naar de fles zouden grijpen. Hij wilde bovendien zo hun gevoel van eigenwaarde versterken. Daarbij vergat hij niet het subsidiariteitsbeginsel. Dit zegt dat groepen van mensen en individuen de kans moeten hebben om hun aandeel in het algemeen welzijn, en daarbij hun eigen welzijn, bij te dragen. Hierdoor krijgen mensen een gevoel van verantwoordelijkheid en daarmee van eigenwaarde. De meeste arbeiders grepen de helpende hand van kapelaan met beide handen aan.

Daarbij waren niet al zijn initiatieven wellicht even goed doordacht, maar zoals iedereen dat meemaakt in zijn leven, moest ook hij groeien in zijn rol, in zijn geval als priester en als grondlegger van de Katholieke Sociale Beweging in ons land.

Zoals gezegd had mgr. Ariëns zorg voor het hele welzijn van de mensen die aan zijn zorgen waren toevertrouwd. Hij zorgde ook voor de godsdienstige vorming van de arbeiders. Hij wilde hen ook leren dat zij naar Gods beeld en gelijkenis geschapen waren en daarnaar zouden leven. Dit is een belangrijke en actuele boodschap voor onze materialistische tijd, waarin welzijn is verengd tot geld, koopkrachtplaatjes en consumptiemogelijkheden. De inzet van mgr. Ariëns kan ons helpen om deze materialistische visie op het welzijn te doorbreken.

Het is de opdracht vooral van de priesters om, zoals mgr. Ariëns dat in zijn tijd deed, oog en oor te hebben voor het geestelijk en lichamelijk welzijn van parochianen en anderen die zij op hun weg tegenkomen. Zij zijn echter met een veel kleiner aantal dan in de tijd van mgr. Ariëns.

Veel diaconale taken kunnen zij delegeren aan één van hun diakens of pastorale werkers en aan parochianen. In de niet meer zo verre toekomst, waarin er geen bezoldigde diakens en pastoraal werkers meer zullen zijn, zal de priester deze taken moeten overlaten aan onbezoldigde diakens en diaconaal assistenten met een zending van de bisschop. Hij zal vooral voor het geestelijk welzijn zorgdragen door de verkondiging en de bediening van de sacramenten, in het bijzonder dat van de persoonlijke ontmoeting met de Heer, de Eucharistie. Maar daarmee geeft hij zijn parochianen (en hopelijk ook anderen) de nodige inspiratie en kracht om zich aan het materialisme van onze tijd te onttrekken en Jezus in woord en daad te volgen. Dit zag mgr. Ariëns als zijn primaire opdracht. Niet voor niets heet ons seminarie dan ook het Ariënsinstituut.