November 2020

De Kerk en corona

Een aantal katholieken hikt aan tegen de coronamaatregelen die de bisschoppen hebben getroffen. De hostie uitreiken met een pincet: is dat niet oneerbiedig? Maar priesters deden dat ook in het verleden tijdens pestepidemieën. En ook al is de hostie door de consecratie het Lichaam van Christus geworden, door de communie kan het coronavirus worden overdragen. Bovendien kan degene die communie uitreikt de handen van de communicant aanraken en kan hij door te zeggen “Dit is het Lichaam van Christus” via vloeistofdruppels het virus via de lucht verspreiden. Vandaar dat hij deze woorden uitspreekt vanachter een spatscherm.

We hebben met zijn allen de opdracht de verspreiding van het coronavirus met alle beschikbare middelen tegen te gaan. Dit vloeit voort uit onze opdracht om ieder op zijn eigen wijze bij te dragen aan het Algemeen Welzijn. Dit is een fundamenteel principe van de katholieke sociale leer. Het Algemeen Welzijn omvat alle voorwaarden die nodig zijn om de algehele menselijke ontwikkeling van alle leden in de maatschappij zoveel mogelijk te garanderen. Voor ons christenen hoort bij een echt algehele menselijke ontwikkeling ook dat mensen Christus leren kennen en volgen en zo deel kunnen krijgen aan het eeuwig leven en de verrijzenis in Christus.

Het is evident dat tot het Algemeen Welzijn ook de bescherming van het leven behoort vanaf de bevruchting tot de natuurlijke dood. Daar valt ook de zorg voor de gezondheid van onszelf en medemensen onder. De overheid draagt de meest directe verantwoordelijkheid voor het Algemeen Welzijn. Daarom heeft zij ook het recht en de plicht dwingende maatregelen op te leggen die nodig zijn om de verspreiding van het coronavirus in te dammen: zij kan ons verplichten anderhalve meter afstand tot elkaar te bewaren en regelmatig onze handen te desinfecteren, verbieden om met meer dan een bepaald aantal mensen bij elkaar te komen en gelasten dat horecagelegenheden dicht moeten en grote evenementen verbieden.
Omdat in onze samenleving een hyper-individualistische cultuur heerst, kunnen veel mensen zich nauwelijks voorstellen dat de overheid ons dergelijke maatregelen kan opleggen. Het Algemeen Welzijn als fundamentele richtlijn voor ons handelen is uit beeld geraakt.

Door de scheiding tussen Kerk en Staat kan de overheid de kerken geen dwingende maatregelen opleggen. Toch houden de kerken vrijwillig rekening met de door de overheid opgelegde coronamaatregelen. Waarom? Omdat iedereen in de samenleving de inspanningsplicht heeft naar vermogen het coronavirus een halt toe te roepen. Christenen hebben een voorbeeldfunctie: wij geloven dat we allemaal door één God geschapen zijn, dat we deel uitmaken van een gemeenschap, zowel die van de Kerk als die van de burgerlijke samenleving.
De zorg voor het Algemeen Welzijn hangt ook nauw samen met een ander belangrijk principe van de christelijke sociale leer, dat van solidariteit. Het is ook uit solidariteit dat we proberen te voorkomen dat medemensen die door hun hoge leeftijd of hun conditie extra kwetsbaar zijn, een infectie met het coronavirus oplopen. Met dat doel leggen we ons beperkingen op, ook al zullen we zelf van een infectie door corona mogelijk weinig last hebben.

Voor wie echt gelooft, is het een offer als hij niet de Heilige Mis persoonlijk bij kan wonen. Echter, het is wel mogelijk vieringen te volgen, doordat de meeste parochies hun vieringen via internet uitzenden. Het biddend luisteren naar de lezingen uit de Heilige Schrift en de homilie in de Eucharistie is ook een bron van genade.

En ook al is het dan niet mogelijk fysiek de communie te ontvangen, we kunnen een geestelijke communie doen. Het begrip ‘geestelijke communie’ is in vergetelheid geraakt door de invoering van de frequente en dagelijkse communie onder paus Pius X in 1905. Vóór die tijd gingen katholieken slechts enkele malen per jaar te communie of zelfs alleen met Pasen, zodat ze tijdens de Heilige Mis meestal een geestelijke communie deden. De geestelijke communie bestaat uit een gebed waarin we de werkelijke tegenwoordigheid van Jezus in het sacrament van de Eucharistie belijden en ons diepe verlangen uitspreken om Hem te ontvangen. Eeuwenlang hebben mensen tijdens het bijwonen van de Heilige Mis op deze manier een geestelijke communie gedaan. Langs deze weg zal de Heer ons ook nu Zijn genade schenken.