April 2014

Blijf niet staan bij Paaszaterdag

Tussen Goede Vrijdag en Paaszondag valt Paaszaterdag. Dit is in zekere zin een merkwaardige dag in het kerkelijk jaar. Behalve het getijdengebed heerst er een opvallende liturgische stilte. Er wordt geen Eucharistie gevierd. Dat gebeurt pas weer in de Paaswake, maar het eigenlijke moment daarvoor is middernacht. De Paaswake valt daardoor in principe in de vroege morgen van Paaszondag.

Waarom vieren we op Paaszaterdag geen Eucharistie? In dit sacrament vieren we de aanwezigheid van Christus onder de gedaanten van brood en wijn. Op Paaszaterdag slaat de zinsnede uit de Geloofsbelijdenis: Jezus Christus “Die nedergedaald is ter helle.” Wanneer Jezus sterft aan het kruis, gebeurt naar Zijn menselijke natuur hetzelfde als wanneer wij sterven, namelijk dat ziel en lichaam van elkaar gescheiden worden. Het lichaam van Jezus wordt op de avond van Goede Vrijdag vlak vóór het invallen van de duisternis in een graf gelegd, dicht bij Calvarië, even buiten Jeruzalem. Zijn ziel gaat naar het dodenrijk, de hel. Daarom heerst er op paaszaterdag een liturgische ‘windstilte’. God is als het ware afwezig. En daarom kan op deze dag de werkelijke aanwezigheid van Christus in de Eucharistie niet worden gevierd.

In het dodenrijk, de hel, ondergaat niet elke ziel hetzelfde lot. Op het moment dat Jezus’ ziel daar komt, bevinden zich er ook de zielen van de rechtvaardigen, die wachten op de verlossing die Hij hen brengt. En die Blijde Boodschap van verlossing wordt hen aangekondigd en voor hen gerealiseerd door Jezus’ komst. Hierdoor zet Hij de poort van de hemel voor hen open.

Op aarde bevindt zich echter alleen het dode lichaam van Jezus in het graf. Zijn leerlingen zijn verdwaasd. Zij worstelen met de ‘waaromvraag’, die ook wij ons stellen als rampen ons treffen en we door de dood mensen kwijtraken van wie we intens houden. En Jezus had hen nog wel de overwinning beloofd. Hoe dit te begrijpen? Wat moeten ze hiervan denken? Twee leerlingen verlaten mismoedig Jeruzalem en nemen de wijk naar het dorp Emmaüs. De apostelen sluiten zich op in een huis in Jeruzalem. Paaszaterdag is voor de zielen van de rechtvaardige overledenen in het dodenrijk een dag van onbeschrijfelijke vreugde, maar voor de apostelen en de leerlingen van Jezus een uitermate droevige dag. De afwezigheid van God op Paaszaterdag weerspiegelt zich in de liturgische stilte ervan.

De vorige paus, Benedictus XVI, zelf geboren op Paaszaterdag 1927, neemt waar dat in zekere zin de huidige West-Europese samenleving voortdurend een Paaszaterdag meemaakt, een schijnbare afwezigheid van God. Wij mensen hebben Jezus gedood op Goede Vrijdag. Het doel daarvan was Zijn stem voorgoed tot zwijgen te brengen. Na de verrijzenis van Jezus worden de bewakers van Zijn graf omgekocht om het valse gerucht in omloop te brengen dat Zijn leerlingen Zijn lichaam in de nacht uit het graf hadden gestolen. En tot op de dag van vandaag wordt het christendom op veel plaatsen in de wereld actief onderdrukt of sluiten mensen massaal de oren voor de verkondiging van de Blijde Boodschap. God wordt als in geen ander tijdsbestek in de geschiedenis uit het bewustzijn geweerd. Velen hebben met Nietzsche God dood verklaard.

Echter ook al konden mensen Jezus naar het lichaam doden of uit het bewustzijn weren, in de vroege paasmorgen bleek het graf leeg. De verrezen Heer verscheen aan de apostelen en de leerlingen. Deze veerden daardoor op: zij lieten de Heer ook verrijzen in hun hart.

De Heer leeft, ook al zijn velen zich daarvan niet bewust. En Hij weet nog steeds de harten te raken van mensen die zich voor Hem openstellen. Daarvan getuigen de volwassenen die zich in de paaswake laten dopen en vormen. Zij besluiten om de oude mens in hen te laten begraven in het doopwater en met Jezus te verrijzen tot nieuwe mensen. Zij besluiten hun harten en oren voor Hem te openen en Hem te laten verrijzen in hun hart. In tegenstelling tot vele anderen in ons midden blijven zij niet staan bij Paaszaterdag, maar zetten de daadwerkelijke stap van Paaszaterdag naar Pasen.