Mei 2018

Accu plat?

Als de auto niet wil starten, doordat de accu plat ligt, zit er niets anders op dan mensen te vragen om de auto een stukje te duwen, in de hoop dat de motor weer start. Het is zaak aan sommige bestuurders dan goede instructies geven: houd je voet alsjeblieft niet op de rem en heb je de handrem eraf? Anders wordt het duwen van de auto, toch al geen licht karweitje, een crime.

Na de Hemelvaart van Jezus ligt bij de apostelen de accu ook plat. Zij zijn door Hem wel goed geïnstrueerd, maar begrijpen Zijn Evangelie nog niet volledig. De verschijningen van de Verrezen Heer hebben hen grote vreugde bezorgd, maar zij missen nog het nodige vuur. De accu van hun geloof ligt als het ware nog plat. Een duwtje kunnen zij goed gebruiken. En Christus geeft hun dat ook door de gave van de Heilige Geest. Deze daalt over hen neer in de vorm van vurige tongen: de Heilige Geest verlicht hen van binnenuit en vervult hun hart met liefde en vuur, waardoor een groot enthousiasme bij hen wordt ontketend.

De vonk slaat over en blijft gloeien, het geloof in de Heer gaat leven in de apostelen zodanig dat zij het niet meer voor zich kunnen houden, maar de deuren van het huis waar zij zich in Jeruzalem verborgen houden, opengooien en aan iedereen verkondigen dat de Heer die gekruisigd was, verrezen is.

De vonk slaat van de apostelen over op de inwoners van Jeruzalem, die door hen worden gedoopt en daardoor ook de Heilige Geest ontvangen. En die vonk is tot nu toe in de Kerk blijven gloeien, en zal tot einde van de wereld niet uitdoven, ondanks de talrijke pogingen die in de loop der eeuwen zijn ondernomen om Hem uit te blussen.

Geloof is niet alleen kennis (ofschoon deze op zich ook belangrijk en onmisbaar is), maar op de eerste plaats een relatie met God die brandt van liefde door de gave van de Heilige Geest. Geloof is een levende relatie met Hem door het biddend overwegen van Zijn Woord, de viering van de sacramenten en het dagelijks gebed. Het Latijnse woord voor geloven, ‘credo’, is afgeleid van de woorden ‘cor dare’, je hart geven. Ons hart geven betekent dat we ruimte scheppen in ons hart voor Jezus opdat Hij Zijn leven in ons kan voorzetten.

Mensen klagen wel eens: geloof en Kerk zeggen me zo weinig. Wat kan ik daar nou aan doen? Maar die klacht zou ik willen beantwoorden met een wedervraag: houden we niet zelf onze voet op de rem? We vinden het stom als onhandige mensen dat doen die ons vragen hun auto op te duwen omdat de accu plat ligt. Maar wij christenen begaan die stommiteit zelf maar al te vaak.

Is dat wellicht bewust omdat we op een gegeven moment onvermijdelijk gaan merken dat de navolging van Jezus consequenties met zich meebrengt waar we niet aan willen? Met vuur beginnen we aan vriendschap en helemaal aan verliefdheid, maar menselijk enthousiasme verflauwt soms maar al te snel. Lopen we dan tegen de consequenties aan, dan worden excuses gezocht, gaat de voet op de rem of de handrem erop, gaat de vaart eruit of komen we zelfs stilstand. En zo gaat het ook niet zelden in de relatie met God.
Dan is het nodig de motor weer op te starten: en de vonk die daarvoor nodig is, komt van de Heilige Geest, de Helper en Leidsman die Jezus heeft beloofd, die met Pinksteren over de Kerk is gekomen en Wiens vuur met het Doopsel en Vormsel ook in ons innerlijk is ontstoken.

De negen dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren zijn een noveen, een periode van negen dagen (negen is ‘novo’ in het Latijn) waarin wij, evenals de apostelen samen met Maria in deze periode hebben gedaan (Hand. 1,14), bidden om het vuur van de Heilige Geest. Maar ook buiten deze noveen is het een goede gewoonte minstens eenmaal per dag te bidden om het vuur van de Heilige Geest met het klassieke gebed: “Kom, Heilige Geest, vervul de harten van uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur van uw liefde.”