Diaconaal werkbezoek aan ‘De Boodschappenmand Almelo’

Mgr. Hoogenboom bezocht op 27 november in het kader van het jaarlijkse diaconale werkbezoek het project ‘De Boodschappenmand Almelo’. Dit initiatief viel in oktober twee keer in de ‘diaconale prijzen’: het won zowel de Ariëns PublieksPrijs als de tweede prijs van de Ariëns Prijs voor Diaconie. Mgr. Hoogenboom werd in Almelo ook bijgepraat over het werk van de lokale Parochiële Caritas Instelling (PCI) en andere diaconale projecten in de Sint Joris parochie. Hij werd vergezeld door diocesaan diaconaal werker Tom van Vilsteren, kardinaal Eijk kon er wegens ziekte dit jaar niet bij zijn.
Vanuit de parochie waren aanwezig een vertegenwoordiging van de PCI, pastoor Woolderink, twee diaconaal assistenten en vrijwilligers van diverse projecten. De ontvangst was bij woningbouwvereniging Beter Wonen, die veel doet aan sociale woningbouw. Beter Wonen is één van de vele partners van het Armoedepact Almelo, dat verschillende organisaties verbindt die zich bezighouden met het bestrijden van armoede in Almelo. Beter Wonen wil als maatschappelijk ondernemer midden in de samenleving staan en verhuurt daarom voor een minimumbedrag een hal aan stichting Boodschappenmand. Daar worden de etenswaren opgeslagen en vervolgens gedistribueerd, in een ander deel van de hal is het meubelproject gevestigd. Mgr. Hoogenboom wees erop dat de diaconale werkbezoeken een lange traditie hebben, “al meer dan vijftien jaar bezoeken kardinaal Eijk en ik rond de feestdag van de heilige Martinus een project in één van de parochies.”

Vervolgens begaf het gezelschap zich naar de hal met de werkruimtes van de stichting Boodschappenmand en het meubelproject. Het meubelproject omvat meubels maar ook witgoed, linnengoed, elektrische apparaten en serviesgoed. Eens in de twee weken rijdt een busje door Almelo en enkele omliggende plaatsen om meubels te bezorgen en op te halen. Mgr. Hoogenboom was gecharmeerd van een bord met daarop enkele aanwijzingen waaraan iemand moet denken voordat hij of zij spreekt – hij mocht het bord meenemen naar Utrecht.


Daarna bezocht de groep de opslagruimte van stichting De Boodschappenmand, waar vrijwilligers tekst en uitleg gaven over de de inname van etenswaren en de ditributie. Aansluitend verplaatste de groep zich naar de Elisa kerk voor een drietal presentaties. Als eerste lichtte Henk van Rooy de achtergrond en werkwijze van De Boodschappenmand toe. “Almelo is een arme gemeente met een grote onderkant van de samenleving,” zo vertelde hij. “Vanwege die grote sociale nood richtten Nolda Schepers en haar man in 1994 vanuit hun woonhuis De Boodschappenmand op. Dat zorgde soms voor chaotische taferelen.” Hulpverleners in Almelo kunnen nog steeds een beroep doen op De Boodschappenmand. Door mensen in directe nood tijdelijk te ondersteunen met de nodige basisboodschappen, kan het gezinsleven normaal doordraaien en hoeft men zich over eten zich geen zorgen te maken. Mensen in acute noodsituaties krijgen een voedselpakket voor een week, daarnaast is het noodzakelijk dat er gewerkt wordt aan de achterliggende problematiek. Van Rooy: “Vele leden van het Armoedepact Almelo weten ons te vinden en zelf hebben we ook de nodige contacten. Zo kunnen we veel betekenen voor mensen. Want kennis is macht, maar kennissen zijn machtiger. We werken onder meer nauw samen met de caritas van de Sint Joris parochie in Almelo. Zo is er in de St. Joriskerk geregeld een inzameling van voedselwaren voor De Boodschappenmand.” Als het aan Van Rooy ligt, spreekt de Kerk zich vaker en luider uit tegen de armoede in Nederland: “De Kerk is een soft power in deze maatschappij en het zou goed zijn als ze zich krachtig laat horen.”

Hedwig Moes, voorzitter van de PCI van de Sint Joris parochie, vertelde over het werk van de PCI in Almelo. Deze PCI ontstond een jaar geleden toen de twee Almelose parochies in Noord en Zuid (en de twee PCI’en) fuseerden. Moes: “Ook voor ons is het belang van netwerken heel groot. Dankzij de contacten met organisaties en instanties in het Armoedepact Almelo worden wij bereikt en kunnen wij ‘achter de voordeur van mensen’ komen. Er bestaat in Almelo veel armoede waar wij als PCI geen weet van hebben, hulpverleners kunnen dat voor ons signaleren.”
“We proberen zowel financieel als materieel iets te betekenen voor mensen,” vervolgde Moes. “Eén van de initiatieven is het Ledlampen project. Dat betekent dat mensen die een beroep doen op De Boodschappenmand naast voedsel ook een set met ledlampen krijgen. Verder verzorgen we onder meer met Sinterklaas en Kerstmis attenties voor ouderen.” Een uitdaging is er ook, zo vertelde ze: “Het is best lastig om jongeren te betrekken bij diaconale projecten, dat blijft een aandachtspunt.”

Diaconaal assistenten Annette ter Ellen en André Rupert gaven vervolgens een presentatie over de diaconale projecten in de Sint Joris parochie. Zo is er de M25 groep (een verwijzing naar Matteüs hoofdstuk 25 met de werken van barmhartigheid), deze groep tieners komt één keer per maand samen. Een jaarlijkse activiteit van M25 is het samenstellen en distribueren van fruitmandjes op Paaszaterdag voor parochianen die een steuntje kunnen gebruiken.
Met Kerstmis krijgt een aantal parochianen een Kerstpakket. Ter Ellen: “Als ik het blije gezicht zie als ik het bij de voordeur afgeef, doet mij dat ook goed. En soms kan ik op dat moment ook zien dat er op een adres meer ondersteuning nodig is.”
Rupert vertelde over het meubelproject, dat zijn oorsprong in de jaren tachtig heeft. Na een wat moeizame startperiode kwam er meer structuur in het project en in 2003 kregen de kerken van Almelo de vraag welke kerk het project wilde adopteren. De toenmalige pastoor Eef van Vilsteren nam dit op zich en regelde de opslag bij Beter Wonen. Het meubelproject vormt een verbinding tussen mensen die spullen over hebben en mensen die verlegen zitten om spullen.
Verder kent de parochie een felicitatiedienst, die jarige parochianen van 75 jaar en ouder bezoekt en een kaartje geeft. “Dat is maandelijks een groep van gemiddeld 50 parochianen,” aldus Rupert. Daarnaast is de PCI actief met SchuldHulpMaatje.
Als laatste project noemde Rupert het laten opvoeren van de voorstelling ‘Schreeuw in de ruimte’ in samenwerking met het Armoedepact Almelo. Deze indringende voorstelling gaat over moeders in armoede die geconfronteerd werden met de toeslagenaffaire en de uithuisplaatsing van kinderen.

Na de lunch keerde het gezelschap terug naar de hal van Beter Wonen, van waaruit op dat moment door vrijwilligers een aantal voedselpakketten werd gevuld en gedistribueerd. De Utrechtse delegatie reed mee de wijk in waar een aantal pakketten werd uitgedeeld. Daarna verzamelden de deelnemers zich nog één keer bij Beter Wonen. Alle betrokkenen keken terug op een mooie dag, waarbij de diverse partijen elkaar beter hebben leren kennen en meer inzicht kregen in de geschiedenis van sommige diaconale ontwikkelingen. PCI-voorzitter Moes zei dat de PCI zich soms “een ministerie van Financiën voelt, nu hebben we met het meubelproject en de Boodschappenmand in de praktijk gezien wat er met de financiële bijdrage gebeurt.”
Mgr. Hoogenboom noemde deze diaconale dag in zijn slotwoord “één van de belangrijkste activiteiten van het jaar.” Hij wees erop dat in de Bijbel meermalen staat “dat Jezus – waarlijk God en waarlijk mens – geraakt wordt door de nood van zijn medemensen en vervolgens handelt. Dat geldt op één of andere wijze eveneens voor ons, ook wij zijn geraakt door de nood die wij zien en we willen iets doen. En dat is niet altijd makkelijk in deze maatschappij.”

