Juni 2010

Sacramentsdag

In een aantal parochies in ons aartsbisdom vindt op Sacramentsdag, meestal in de maand juni, een sacramentsprocessie plaats. Dit jaar mocht ik die meemaken in Huissen, waar de sacramentsprocessie – die daar de Umdracht heet – al minstens 450 jaar oud is. In ieder geval is er in 1560 voor het eerst officieel melding van gemaakt. Op de donderdag ervoor, de eigenlijke Sacramentsdag volgens de algemene liturgische kalender, was er een feestelijke dag voor de kinderen van Huissen, waarin hen de betekenis van dit feest werd uitgelegd. Velen van hen liepen mee en luisterden de processie op met mooie liederen.

Na een plechtige Eucharistieviering in de Onze Lieve Vrouwe Ten Hemelopneming in Huissen-Stad werd het sacrament van de Eucharistie in de monstrans door de pastoor, een emeritus legeraalmoezenier en mij rondgedragen door de straten in het centrum van Huissen. Er waren veel mensen op de been. Het geheel werd afgerond met een lof in de parochiekerk.

Tijdens het lof werd het Evangelie van de Emmausgangers voorgelezen. Dit Evangelie is bij uitstek geschikt om de betekenis van de Eucharistie en de sacramentsprocessie toe te lichten. Twee leerlingen van Jezus vluchten op de middag van paaszondag uit Jeruzalem weg naar het dorp Emmaus, 11 kilometer verderop. Ze zijn totaal ontmoedigd. Zij hadden zoveel van Jezus verwacht, maar nu was het al drie dagen na Goede Vrijdag, waarop Hij aan het kruis was gestorven.

Dan voegt Jezus Zelf zich bij hen op hun tocht. Inmiddels is Hij verrezen uit de dood, maar dat weten ze nog niet. Dit had een reden tot vreugde moeten zijn, maar het frappante is dat zij hem niet herkennen. Mensen hebben nu eenmaal de ogen van het geloof nodig om de aanwezigheid van de Verrezen Heer te herkennen.

Maar de herkenning komt wel. De uitleg die Jezus geeft van de Heilige Schrift doet hun hart in hen branden. Aan hun verzoek en uitnodiging: “Blijf bij ons, Heer,” geeft Jezus gehoor. Als hij met brood en wijn hetzelfde doet als Hij deed bij het Laatste Avondmaal en wij doen in de Eucharistie, dan gaan hun ogen open en herkennen ze Jezus. Maar dan verdwijnt Jezus uit hun gezicht. Zijn aardse leven is voorbij. Hij is nu verrezen. Wij zien Hem pas weer van aangezicht tot aangezicht in het eeuwige leven.

We kunnen dit Evangelie lezen als een mooi verhaal met een happy end en dan terzijde leggen zoals met veel verhalen. Maar het is niet alleen een gebeurtenis uit het verleden. Wat met de Emmausgangers gebeurt, gebeurt elke dag, ook in uw en mijn leven. Volgelingen van Jezus kunnen ook door tegenslagen uit hun evenwicht worden gebracht en gaan twijfelen. In Nederland, tot vijftig jaar geleden een gelovige samenleving, is Christus massaal uit het zicht geraakt. Als mensen nog geloven, dan is het in een God aan gene zijne van de horizon, praktisch zonder betekenis voor het dagelijks leven.

Nog in een ander opzicht is het Evangelie van de Emmausgangers voor ons levende werkelijkheid. Want ook bij ons voegt de Heer zich op onze levensweg, als wij Hem vragen om bij ons te blijven. Heel uitdrukkelijk doen we dat in de Eucharistie, als de priester namens Jezus zegt over het brood en de wijn: dit is Mijn Lichaam, dit is Mijn Bloed. Onder de gedaanten van brood en wijn komt de Heer dan in ons midden. Jammer genoeg zijn evenals bij de Emmausgangers onze ogen vaak verhinderd om Hem te herkennen, terwijl Hij met ons optrekt.

Ook de sacramentsprocessie brengt zowel het gebed als het geloof tot uitdrukking dat de Heer bij ons blijft. En dat niet aan gene zijde van de horizon, maar midden in ons dagelijks leven. Dit laten we zien door het sacrament van de Eucharistie, waarin de Heer Zelf onder ons aanwezig is, in onze straten in processie plechtig rond te dragen. De Umdracht in Huissen had dit jaar dan ook een zeer treffend motto: ‘Blijf bij ons Heer’.