Maart 2024
“En breng ons niet in beproeving”
Op het eerste gezicht wordt niemand van ons graag beproefd. We hebben van nature een afkeer van beproevingen. Er bestaan kleinere en grotere beproevingen. Wie getrouwd is, kan het treffen met zijn huwelijkspartner en een gelukkig huwelijksleven tegemoet gaan. Het kan ook gebeuren dat we misschien al snel of na verloop van tijd merken dat onze echtgenoot of echtgenote anders is dan we dachten. En dan zien we ons geconfronteerd met een beproeving voor het hele leven.
Dit kerkelijk jaar lezen we het Marcusevangelie. Marcus bericht aan het begin daarvan dat Jezus door Johannes de Doper in de Jordaan wordt gedoopt en bij die gelegenheid de Heilige Geest ontvangt. Wat doet die Geest? Die drijft Jezus uitgerekend eerst naar de woestijn, een eenzame plek waar de engelen Hem weliswaar beschermen, maar waar Hij geen mens ontmoet en wilde dieren huizen. En als dat nog niet genoeg is, Hij wordt er ook nog eens beproefd door de satan, de leider van de duivels.
De woestijn is ook voor ons een symbool voor situaties waarin we worden beproefd. We hebben het gevoel er dan alleen voor te staan. We worden omgeven door ‘wilde dieren’, een symbool voor al die krachten die ons tegenwerken. En dat zijn vaak situaties waarin we als christenen het risico lopen de navolging van Christus op te geven. Daarom is het Onze Vader, waarin we bidden dat God ons niet in beproeving brengt, dat wil zeggen toelaat dat we beproefd worden, geen overbodig gebed.
We zouden ons kunnen afvragen: als we door de Heilige Geest bezield zijn, dan worden we toch door Hem beschermd? Dan kunnen ons toch geen beproevingen overkomen? Het tegengestelde is echter het geval. Dat zien we bij Jezus, maar ook bij ons. Een gelovige die door de Heilige Geest geleid wordt, hoeft het helemaal niet beter te gaan dat een atheïst. Integendeel zelfs. In de psalmen worden we er diverse keren voor gewaarschuwd niet jaloers te zijn op de goddelozen, die het vaak veel beter lijkt te gaan dan ons.
Waarom is dat eigenlijk het geval? Een vriendschap of een liefdesrelatie zoals het huwelijk heeft alleen waarde, wanneer die standhoudt in de beproeving. Als we een vriendschapsrelatie bij de minste of geringste beproeving loslaten, dan betekent dat dat we alleen maar van de ander hielden omdat die ons op een of andere manier van nut was.
Zo is het ook met relatie met Jezus. De Heilige Geest die we met het doopsel en het vormsel ontvangen, geeft ons het geloof in Christus en een liefdevolle relatie met Hem. Dat geloof in Christus, de relatie met Christus, moet beproefd worden, zodat kan blijken of die ook standhoudt wanneer die iets van ons vraagt. Alleen als dat het geval is, dan blijken ons geloof in Christus en onze liefde voor Hem waardevol en inhoudsvol. Als we serieus Christus volgen en evenals Hij met de Heilige Geest vervuld zijn, moeten we er dus niet van staan te kijken dat Diezelfde Heilige Geest toelaat dat wij vaker beproevingen en ook ernstiger beproevingen kunnen ondergaan dan iemand die niet in Jezus gelooft.
Bij zulke beproevingen van ons geloof moeten we ons twee dingen steeds voor ogen houden. Op de eerste plaats staan we er in de beproeving van onze relatie met Christus nooit ofte nimmer alleen voor. De Heilige Geest mag dan toelaten dat we beproefd worden, maar zal ons hart ook met liefde voor Christus vervullen, zodat we – ondanks alle beproevingen van ons geloof – aan Christus trouw kunnen blijven. Bovendien worden ook wij door de zorg van een engel omringd, namelijk door die van onze bewaarengel.
Op de tweede plaats moeten we ons ook voor ogen houden dat niets in dit leven zo noodzakelijk en ook niets zo mooi is als een vriendschapsrelatie met Christus, te meer omdat die de voorbereiding is op de verrijzenis en op een eeuwig leven bij God.