Oktober 2012

De zorg van de Kerk voor Europa

Van 27 t/m 30 september jl. kwam de CCEE bijeen in het Zwitserse Sankt-Gallen. De CCEE is een raad waarin de voorzitters van alle Bisschoppenconferenties in heel Europa zitting hebben. Deze raad buigt zich in zijn jaarlijkse voltallige vergadering over pastorale problemen in Europa.

Dit jaar stond de CCEE vooral stil bij de sociale en spirituele uitdagingen waarvoor de Kerk zich in het huidige Europa gesteld ziet. Op de eerste plaats moet worden vastgesteld dat de crisis waarmee de politiek en de democratie in de Europese landen momenteel worstelen, zijn oorzaak vindt in een afwezigheid van idealen. Deze lijken veel politici nauwelijks meer voor ogen te staan. Zij behartigen vooral de financiële belangen van hun kiezers. Voor de kiezers geldt overigens hetzelfde. Daardoor is de democratie richtingloos en inhoudsloos geworden. Democratie betekent dat alle leden van de bevolking vooral via de keuze van parlementsleden de mogelijkheid hebben om het landelijke beleid te beïnvloeden. Maar democratie heeft alleen zin als er iets te kiezen valt. Daardoor is de afwezigheid van overkoepelende visies en idealen desastreus voor de democratie.

De afwezigheid van idealen, religieuze overtuigingen of andere fundamentele levensbeschouwingen maakt dat mensen kiezen voor de behartiging van hun directe belangen. Daardoor zijn landelijke verkiezingen in enkele gevallen een bedreiging geworden voor de oplossing van de Europese financiële crisis. Mensen zijn geneigd te kiezen voor hun eigen (lands-)belang, waardoor de steun aan landen in nood en daarmee de financiële toekomst van heel Europa onder druk komt te staan. Want als één land in Europa omvalt of uit de Euro stapt, heeft dat gevolgen voor alle lidstaten. Wanneer de kiezers een visie zouden hebben op Europa als geheel en hierin ook een ideaal kunnen herkennen, was hun stemgedrag anders.

Gebrek aan idealen en het kiezen voor de eigen directe belangen brengt ook binnen de afzonderlijke landen zelf bedenkelijke gevolgen met zich mee. De sociale staat of de zorgzame samenleving, in het recente verleden zo kenmerkend voor Europa, staat onder druk. Naar mensen die om allerlei redenen minder goed kunnen meekomen of geen werk hebben, wordt steeds minder omgekeken.

De Katholieke Kerk houdt ons een ideaal voor dat een uitweg biedt uit de Europese politieke en financiële crisis. Elk menselijk persoon, wat zijn sociale positie of inkomen ook is, is geschapen naar Gods beeld en gelijkenis en heeft daarom een unieke waardigheid. Elk menselijk persoon heeft daarom een rechtmatig aandeel in het Algemeen Welzijn. Niemand mag hiervan worden uitgesloten. De sociale leer van de Katholieke Kerk, die op dit uitgangspunt is gebaseerd, houdt in dat solidariteit een sociale deugd is die zowel voor politici als hun kiezers richtinggevend moet zijn. Hierop sluit het subsidiariteitsprincipe aan, dat de Staat de plicht oplegt om ervoor te zorgen dat individuen of groepen de mogelijkheid krijgen om datgene op eigen kracht te realiseren waartoe zij in staat zijn. Dan wordt hen de gelegenheid geboden hun talenten in vrijheid te ontwikkelen en dit is een fundamentele voorwaarde voor het welzijn van iedere mens.

Solidariteit houdt niet op bij de eigen landsgrenzen, maar heeft ook oog voor het welzijn van mensen elders. De katholieke sociale leer kan onze ogen openen voor het welzijn van andere landen en van Europa in heel zijn samenhang.

In de vergadering van de CCEE werd daarnaast gesignaleerd dat christenen ook nadelen kunnen ondervinden bij een verenigd Europa. Enkele uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens bemoeilijken het voor individuen om hun christelijke opvattingen aangaande een aantal ethische kwesties openlijk uit te dragen. Hetzelfde gebeurt ook bij landen die in hun wetgeving met christelijke principes rekening willen houden, maar daarin worden geblokkeerd door uitspraken van het Hof. Echter, ook hier geldt wat boven werd opgemerkt: niet het ene Europa als zodanig is de boosdoener, maar de afwezigheid van idealen, waarden en normen, die tevens doorwerkt in de wetgeving en de rechtspraak.